dinsdag 12 april 2011

Natuurcoaching in mijn park.

11 april 2011

Mijn coachee belt precies om half 11 aan. Ik heb net alles klaar gezet, waxinelichtjes aan in mijn praktijkkamer en thee en water op tafel. We gaan eerst even bijpraten in de praktijkkamer voor we naar buiten gaan, want onze laatste afspraak is voor mijn huwelijk geweest.
Het gaat veel beter, zegt ze. Ze geeft mijn een korte update van alle acties die ze ondernomen heeft en hoe ze de zaken waar we de afgelopen periode aan gewerkt hebben nu in haar dagelijks leven inzet.
Het is heel mooi weer, dus we drinken onze thee op en gaan naar buiten. Ik pak mijn fototoestel in, want dat heb ik altijd bij me.

De opdracht voor mijn coachee is om deze ochtend goed te kijken, te voelen, te ruiken, te luisteren, naar wat zich vanuit de natuur aandient. Wat raakt haar, wat maakt haar blij, wat voor gevoel komt er op. Dan is het de bedoeling dat ze kijkt naar wat de natuur haar spiegelt en hoe ze wat ze buiten ervaart kan terugvertalen naar haar huidige leven. Ik vraag haar ook om uit te kijken naar een voorwerp in de natuur dat haar opvalt en wat ze mee kan nemen, of als het niet meegenomen kan worden waar ik voor haar een foto van kan maken, zodat ze iets tastbaars overhoudt aan de wandeling. Dat vindt ze leuk om te doen.

Bij de ingang van het park staat een mooie boom in bloei.
'Die wil ik,' roept ze meteen enthousiast. Verliefd kijkt ze naar boven, naar de fijne bloesem, die al af en toe als hele fijne sneeuw naar beneden dwarrelt. Ik maak voor haar een foto van de boom en vraag waar hij voor staat.
'Voor schoonheid,' zegt ze. Ik vraag door op schoonheid en ze vertelt enthousiast hoe ze kan genieten van mooie dingen.

We lopen een stukje door. Ze vertelt wat het haar doet om zo door het park te lopen. Herinneringen aan vroeger komen vanuit de diepte naar de oppervlakte geborreld. Het geeft haar een vakantiegevoel. Het gevoel van als gezin in de auto naar het Zuiden rijden, kinderen op de achterbank, papa en mama voorin. Het veilige van thuis en het verlangen naar nog eens weer zo zorgeloos te kunnen zijn. Ik vraag haar of het mogelijk is voor haar om dit gevoel, het gevoel van vakantie en zorgeloos zijn, ook in haar leven van nu te ervaren. Dit vindt ze moeilijk. Samen zoeken we naar manieren waarop het mogelijk wordt om toch van tijd tot tijd dit te kunnen voelen.

We zijn bij mijn boom aangekomen, de boom met de brede wortels waar je zo heerlijk op kunt zitten. We nemen samen plaats op de schoot van de boom. De zon schijnt op onze gezichten en we zeggen een tijdje helemaal niets. Dan staat ze op en begint om de boom heen te lopen.
'Kijk,'zegt ze. 'Een vogelschedeltje!'
'Neem maar mee, of vind je het eng?' vraag ik. Nee, ze vind het niet eng en ze wil het inderdaad graag meenemen. Het is net alsof het daar speciaal voor haar is neergelegd.
' Kijk, een specht,' fluistert ze me ineens toe. Ik zie hem eerst niet, maar zij blijft me net zo lang wijzen tot ik hem ook in het vizier heb. Het is niet de grote groene van laatst, maar een kleine bonte specht. Hij zit erg laag en ik kan hem bijhoorlijk goed in beeld brengen met mijn camera, die ik er snel bij haal.
Nu pakt mijn coachee de camera en maakt een foto van mij, terwijl ik de specht fotografeer. We hebben lol samen. Als de specht er goed op staat wandelen we weer een stuk verder.

Op een bruggetje staat een groepje jongeren ritmes te klappen en te zingen.
' Ik vind dit zo totaal niet Hollands,' zegt mijn coachee. Ik vraag haar wat ze het dan wel vindt.
' Het heeft iets zuiderlijks. In Spanje verwacht je zoiets, maar niet hier.'zegt ze. Spanje staat voor vakantie, voor vrij leven, voor genieten van zon, zee en warmte. We praten er opnieuw over hoe je dit soort gevoelens en verlangens kunt vertalen naar het dagelijke bestaan. Het is mooi om te zien, dat iets zo simpel als wat zingende en klappende jongeren, een diep verlangen naar boven kan brengen.
 Ik trek mijn schoenen uit en loop een tijdje op het natte gras met mijn blote voeten. Het voelt heerlijk. Ik vertel iets over mijn eigen jeugd in Zeist bij mijn oma. Hoe ik altijd wakker werd met het gezang van de merel. Zij herkent het gevoel en het is mooi om dit samen te delen. We zijn inmiddels aan de andere kant van het parkje aangekomen. Helaas laten de eekhoorntjes zich vandaag niet zien, maar in de verte zie ik wel dat zowel vader als moeder zwaan bij het nest zijn. Ik vertel haar dat ik haar iets ga laten zien. Vol verwachting loopt ze met me mee. Als ze de zwaan in het oog krijgt is ze verrukt. Ik geef haar de camera en laat haar zelf foto's maken. Vader zwaan is ook nu totaal niet agressief.
Ook zij mag hem van vrij dicht naderen. Hij
houdt ons in de gaten, maar blaast niet of maakt
geen aanstalten op ons af te komen. Moeder 
zwaan blijft eveneens rustig liggen met haar kopje tussen de veren.  
We spreken over vertrouwen en hoe belangrijk dat is in het leven.                                                                                        
Naast het nest van de zwanen
is een steigertje.
Mijn coachee wil graag over de steiger lopen in de richting van restaurant Halve Maan. Aan het einde van de steiger ligt de grote dode vis, die ik een paar dagen geleden ontdekt heb. Mijn coachee heeft er een mooie visie op.
'Hij heeft vast goed geleefd, dat hij zo groot heeft kunnen worden,' zegt ze. Ik vind dat een mooie manier om naar de grote dode vis te kijken.

Ik doe ook een vondst op de steiger. Een prachtige vissengraat, waarschijnlijk een restant van een dier die zich er aan te goed heeft gedaan. Ik raap het op. Dat is mijn vondst van vandaag.

Ik vraag mijn coachee wat ze van onze vondsten vindt en waar ze voor haar voor staan. Het zijn tenslotte restanten van iets dat geleefd heeft.
Het staat voor haar voor het afsluiten van dingen uit het verleden, zegt ze. Ik vind het een prachtige manier om te kijken naar de dood en haar visie sluit goed bij mij aan. Overal in de natuur zie je dit terug. Er sterft iets af en daaruit ontstaat weer nieuw leven. De vis heeft het lootje gelegd, maar hij heeft wel als voedsel gediend voor een andere levend wezen en zo is het ook met de vogel van wie mijn coachee de schedel vond. Alles is cyclisch!

We lopen langs een bosje en het harde gezang van de winterkoning klinkt ons tegemoet. Mijn coachee heeft nooit geweten dat die piepkleine winterkoning zo'n herrie kan maken. Ze wil graag kijken of ze hem kan vinden in de struiken. Even later ontdekt zij de kleine vogel op een takje voor ons. Hij schrikt en vliegt rakelings langs haar gezicht en landt in de struik naast ons. Daar blijft hij hard zingend zitten en wij kunnen hem eventjes heel goed bekijken. Het kleine staartje beweegt ritmisch op en neer en ineens schijnt hij ons te zijn vergeten, want hij begint hevig te toiletteren. Wild klappert hij met zijn vleugeltjes en bewerk zijn veertjes met zijn kleine scherpe snavel. We kijken allebei vertederd toe.
Ik heb toevallig gisteren in een boek over het intieme leven van tuinvogels gelezen dat de winterkoning een kleine player is, zoals mijn kinderen zijn gedrag zouden noemen. Ik vind het leuk om mijn coachee er iets over te vertellen. 
De winterkoning maakt verschillende nesten. Deze nesten zijn allemaal erg gebrekkig en niet af. Hij lokt het vrouwtje naar het nest en als zij er in plaatsneemt is zij van hem. Zij begint dan het nest in orde te maken, zodat ze haar eieren er in kan uitbroeden. Maar de winterkoning heeft meerdere nesten en als het hem lukt om daar ook een vrouwtje naar toe te lokken, voegt hij haar aan zijn harem toe en dat geldt ook voor de vrouwtjes die in zijn andere nesten plaatsnemen. De winterkoning bedrijft dus polyamorie.

Er is nog één ding wat ik aan mijn coachee wil laten zien. We lopen nu langs de andere kant van het water terug naar de praktijk. Ik vertel haar niet wat ze gaat zien, omdat ik nog niet zeker weet of ze er zitten. Voorzichtig gluur ik tussen de riethalmen. Ja, hoor! Ze zijn er. Deze keer zijn het er zelfs drie. Ik geef mijn coachee de opdracht goed in het riet te kijken. Eerst ziet ze ze niet. Ze weet ook niet wat ze moet zien. Maar dan ziet ze iets glinsteren in de zon.
'Schildpadden,' roep ze. 'Jij hebt hier echt alles in dit park!'
Op een stuk hout liggen drie schildpadden te zonnen. Een schrikt en duikt meteen het water in, maar blijft wel om de plek heen zwemmen. Even later kruipt hij weer op het stuk hout en gaat boven op een van de andere schildpadden zitten. Het is een prachtig gezicht. Het natte schild glanst in de zon en de mooie tekeningen op de kin zijn duidelijk zichtbaar. We vinden het allebei geweldig dat deze beesten gewoon hier in mijn park overleven.

Het is tijd om naar huis te gaan. We zijn al zeker anderhalf uur in het park. We hebben veel gezien, maar ook hard gewerkt aan voor mijn coachee belangrijke thema's.
We spreken af na mijn Camino weer een nieuwe afspraak te maken. In de tussen tijd gaat zij proberen om het heerlijke vakantiegevoel makkelijker en vaker op te kunnen roepen.
'Denk maar aan mij, op de Camino,' stel ik haar voor. Ja, dat vindt ze een goed idee. Als ze het gevoel weer even helemaal kwijt is zal ze denken aan mij lopend in de natuur op de Camino. Ze gaat ook schrijven. Ze heeft van mij de opdracht gekregen zo veel mogelijk te schrijven. Dat is iets wat ze goed kan en waar ze veel voldoening uit haalt.

Als ze weg is denk ik na over wat we allemaal gedaan en besproken hebben. We hebben een aantal belangrijke dingen aangeraakt, maar we hebben ook dingen gedeeld en genoten van de natuur. Dit is echt een hele fijne manier van coachen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten