zaterdag 31 december 2011

Een jaar om nooit meer te vergeten!

Nog een paar uur en dan is dit woelige jaar ten einde, een mooi moment om even terug te blikken. Er is veel gebeurd. Er waren hoogtepunten, maar ook dieptepunten. De hoogtepunten waren ontzettend hoog, de dieptepunten gelukkig niet zo heel erg diep.


2011 is het jaar waarin mijn lief en ik ons voorbereidde op ons huwelijk. Heerlijke maanden van voorpret hadden we. We gingen op zoek naar een locatie, maar ons niet al te brede budget deed ons besluiten het gewoon in eigen huis te doen. André zocht heel internet af naar de juiste attributen om van ons kleine huisje een echte feestzaal te maken. Een hele lieve vriendin bood aan om mijn bruidsboeket te maken. Mijn dochter zocht het net af naar een mooie betaalbare jurk, die ze vond en die ik ook direct goedkeurde. Op twitter leefde iedereen met ons mee, waardoor ik me iedere dag in een feeststemming voelde.

Vanaf het moment dat André mij vroeg op een zonovergoten terras in september 2010, was ik er van overtuigd dat de datum die wij kozen, 21 maart 2011, ook zonovergoten zou zijn. Op de ochtend van de bewuste dag was het nog wat wolkerig, maar naarmate de dag verstreek en het uur van het
Jawoord dichterbij kwam trok de hemel open en begon de zon te schijnen. Ik had het al die tijd geweten.


De ceremonie was eenvoudig met een kleine groep dierbaren, waaronder mijn vader. Met mijn vader heb ik lange tijd een moeizame relatie gehad, maar nu was hij daar, met zijn vrouw op ons huwelijk! Mijn twee halfbroers met hun dames waren ook aanwezig.


Mooier kon het gewoon niet. Mijn mooie lieve dochter was mijn getuige en een dierbare nicht, de getuige van André. Mijn zonen zaten alle drie in een net pak op de voorste rij en mijn kleindochter Lauren stal absoluut de show, toen ze ons de ringen kwam brengen op een heel mooi kussentje. Een goede vriendin drukte op het knopje van mijn telefoon om bij het klinken van het Jawoord, de hele twittergemeente op de hoogte te stellen van het heugelijke feit.


Na de ceremonie vertrokken we met het hele gezelschap naar het Amstelpark, waar André en ik een mooie plek hadden uitgekozen in een prachtig prieel tussen de pilaren. Daar dronken we in de stralende zon op de eerste dag van de meteorologische lente met al die lieve mensen die speciaal voor ons uit alle hoeken van het land gekomen waren een glas bruisende Prosecco!
Daarna toog het grootste deel van het gezelschap met ons mee naar huis, waar het de rest van de avond groot feest was. Bij thuiskomst sneden André en ik als een man samen de door mij zelf gebakken bruidstaart, met bovenop twee hevig tortelende duiven, aan. Rond 21:00 uur was onze 60 vierkante meter tot op de millimeter gevuld met enthousiaste lieve mensen, die met ons genoten van een geweldig feest.


Rond middernacht begon ik in te storten, maar daar waren de kinderen met een verrassing. Wij mochten naar Spa Zuiver in het Amsterdamse Bos waar ze een kamer hadden besproken en nog een hete steen behandeling voor de volgende dag! De huwelijksnacht hebben we snurkend in onze eigen alcohollucht doorgebracht.
Ook de volgende morgen, toen we met een lichte kater wakker werden, straalde de zon. Na een heerlijk ontbijtbuffet gingen we het bos in om uit te waaien en dronken we koffie bij het restaurant aan de Bosbaan. Om 14:00 uur konden we ons melden voor de Hot Stone behandeling, die onze door alcohol vergiftigde lichamen meer dan goed deed. Na deze oppepper liepen we innig verbonden naar ons eigen huis terug, waar de kinderen een aardig begin hadden gemaakt aan het opruimen van de rotzooi.  Dat werd even de handen uit de mouwen steken, maar aan het einde van de middag was alles weer in oude staat teruggebracht en kwam een bedrijf langs om de boel weer op te halen.
Al die tijd scheen de zon uitbundig en danste Lauren door de tuin tot het moment dat zij en haar vader weer terug moesten naar Ierland.



Het weer bleef prachtig. Wat hadden we een geweldig voorjaar. Ik volgde de eekhoorntjes in het park, op dat moment maar 2 stuks, op hun amoureuze pad door de bomen. Ik zag vogels elkaar het hof maken, zwanen de liefde bedrijven, bloesem ontluiken, alsof de gehele natuur samen met mij en André het leven vierden.



De zwanen werden mijn project. Ik had ze zien paren en nu volgde ik hun op de lange weg van ei naar zwanenkuiken. Vader zwaan stond toe dat ik heel dicht bij hem en zijn broedende vrouw mocht komen. Ik was getuige van haar zorg om de eieren, die ze met regelmaat keerde. Ze stond dan op, waardoor ik een blik op haar nest kon werpen. 10 prachtige mooie zwaneneieren telde ik.


In de tijd dat ik de zwanen volgde en genoot van de verliefde eekhoorntjes in de bomen, hezen André en ik ook regelmatig de rugzakken op om te trainen voor onze huwelijkse Camino. Zo wandelden we een keer in de buurt van de Posbank en gingen langs bij de Rhedense schaapskooi waar we lam Jop adopteerde. Job, komt van Jacob, van de Jacobsweg, of te wel de Camino. Een mooie symboliek!


5 mei, in alle vroegte vertrokken wij richting Pyreneeën voor onze Camino. Wat was het heerlijk om weer opnieuw schreden te zetten op dit oude pad. Het was geen makkelijke weg voor mij. Mijn voeten deden ontzettend veel pijn en André liep meestal ver voor me uit, omdat hij mijn langzame tempo niet vol kon houden. Maar we genoten van ieder stap die we zetten. De natuur die van een overweldigende schoonheid is, de vogels, de bloemen, de mensen die we onderweg ontmoetten, maakten ook deze vierde Camino, en voor André de tweede, tot een groot feest.


Bij thuiskomst vielen we van de serene rust van de Camino in een gekkenhuis van mensen en herrie. De vrouw van mijn zoon, met de twee kindjes uit Brazilië waren overgekomen en logeerden allemaal op onze 60 vierkante meter. Het was heerlijk en verschrikkelijk tegelijk. Heerlijk om eindelijk Samuel en Shayani, mijn kleinkinderen, vast te kunnen houden en te knuffelen, verschrikkelijk omdat ons huis te klein is, de kinderen soms druk en onhandelbaar waren, waardoor de overgang van de Camino naar het gewone leven van een enorme hectiek was.


Op 1 juli zwaaiden we Ana en de kinderen weer uit. Er kwam weer rust in huis, maar ook leegte die we zelf weer moesten gaan opvullen.


De zomer was regenachtig en koud. Ik volgde opnieuw de zwanen in het park, die inmiddels ouders waren geworden van negen zwanenkinderen. Een ei was blijkbaar niet uitgekomen of het kuiken was vlak na de geboorte bezweken. De zwanenkinderen waren nieuwsgierig en de ouders niet agressief, maar van die hele speciale band die ik voelde met pa toen moeder op de eieren zat was nu geen sprake meer.
De natuur leek in die zomermaanden tot rust te zijn gekomen. De eekhoorntjes renden niet meer achter elkaar aan, vogels floten rustig hun liedjes op een groen gebladerde tak, bloemen bloeiden ondanks regen en koude wind. Ik probeerde ook weer rust te vinden in mijn nieuwe hoedanigheid als getrouwde vrouw.

Halverwege juli op een stormachtige dag reden André, Caitlín en ik richting het Noorden om onze Daisy op te halen. Na alle honden die we tegen gekomen waren in Spanje was het verlangen naar weer een eigen hond zo groot geworden dat we in een paar uur de knoop doorhakten. De foto van Daisy op Internet, ze heette op dat moment nog Sizzle, had bij ons alle drie iets geraakt. Dat hondje wilden we hebben, zij was de hond die bij ons hoorde. Dat we goed gekozen hadden was vanaf het allereerste moment duidelijk. Daisy en wij hadden elkaar gevonden!

De herfst leek vroegtijdig in te zetten en zo hadden we zomermaanden vol van paddenstoelen en de geuren van vochtig mos. Het rook naar de herfst, maar het was geen herfst. Een verwarrend gevoel, dat de natuur en ik deelde.
In september begon ineens de zon weer te schijnen. De blaadjes verkleurden, maar bleven nog lange tijd als een glanzende pracht aan de bomen zitten. Prachtige beelden leverde dat op van licht dat door de nerven heen sijpelde en van ieder blad een kunstwerkje maakte.


André en ik hadden nog een klein huwelijksreisje tegoed van onze lieve nicht Yvonne. Een geheel verzorgd weekend in Hotel Oortjeshekken in de Ooijpolder.
Wat was het daar heerlijk. Overdag maakten we lange wandelingen door de polder. ‘s Avonds zaten we nog heel lang buiten in de tuin of op het terras met een glas wijn. De slaapkamer was eenvoudig, maar heel romantisch, perfect voor een pas getrouwd stel. De ontbijten in de ochtend met warme broodjes, kaas, ei, vlees  en fruit allemaal op een groot bord feestelijk gedrapeerd een waar festijn!


Oktober deed zijn intrede. De bomen hulden zich in rood, geel en bruin blad, een lust voor het oog. Paddenstoelen groeiden uitbundig en op onze wandelingen maakten we foto’s van vliegenzwammen die tot mijn genoegen weer veelvuldig hun kopjes boven de grond staken.



In november beleefden we nog een ander hoogtepunt. We waren uitgenodigd in de Ardennen bij lieve mensen die we ontmoet hadden op de Camino. Een Nederlands stel dat de stap gewaagd had Nederland te verlaten en in het bezit waren gekomen van een absoluut aards paradijs.
Twee fantastische dagen beleefden we daar met uren lange maaltijden overgoten met heerlijke wijn uit eigen kelder. 5 november was het en de zon denderde op ons neer, zodat ik met blote armen een berg beklom naar een pittoresk begraafplaatsje. Later op de middag aan een biertje op een terras, prezen wij ons zelf heel erg gelukkig met alles wat ons dit jaar ten deel is gevallen.






























Bij thuiskomst viel ik ineens in een gat. Alles was me van het ene op het andere moment te veel. Ik voelde me doodmoe en mijn voeten bleken nog alles behalve hersteld te zijn. Mijn achillespezen waren pijnlijk gezwollen, waardoor ik steeds slechter ging lopen. Ook het weer veranderde van de ene op de andere dag. Het begon te regenen en te regenen en te regenen. De bladeren vielen in een rap tempo van de bomen en toen dat eenmaal gebeurd was viel er een merkwaardige stilte in de natuur, alleen af en toe doorbroken door de nieuwe generatie eekhoorntjes, die elkaar najaagden in de toppen van de bomen. Er was een vreemde spanning voelbaar en die spanning ervaarde ik ook in mijzelf. Het voelde alsof er iets doorbroken moest worden. Het bleef warm buiten, er bloeiden nog van alles, soms preikte er aan een voor de rest kale tak een bloem. Het klopte niet en zo voelde het ook. Ik had nergens zin in en lag als ik niet werkte voor Pampus op de bank.

Op een dag wandelde ik door een mistig park en genoot van zonlicht dat zijn best deed om door de nevelen heen te breken. Op dat moment voelde ik dat ik mijn eigen mist ook kon laten optrekken door het zonlicht weer door te laten.



We vierden een beladen Sinterklaasfeest, voor de laatste keer met heel het gezin samen. Zoon Kevin zou de volgende dag op het vliegtuig stappen en zich voegen bij zijn gezin in Brazilië, een afscheid dat me al weken zwaar op de maag lag. Ik gunde het hem met heel mijn hart, want wat heeft die jongen de afgelopen vijf jaar hard gewerkt om dit moment te kunnen bereiken, maar wat is het moeilijk om hem te moeten missen. Het Sinterklaasfeest was een groot succes met mijn geweldige surprise van een vliegtuig met daarin piloot Peppa Pig om het voor Lauren bijzonder te maken. Het was haar eerste bewuste Sinterklaasfeest. Het jaar daarvoor was ze ook hier, maar toen drong het nog niet tot haar door. Deze keer was ze alleen met mijn zoon, want zijn leven is sinds dat vorige Sinterklaasfeest veranderd in een leven als alleenstaande parttime vader.
Gelukkig is er ook in zijn leven weer veel positiefs te ervaren. Een lieve nieuwe vriendin en een hele hechte band met zijn dochter Lauren, die van haar moeder gelukkig regelmatig met haar vader mee mag komen naar Nederland. Iets waar ik haar heel dankbaar voor ben.



Dan was er nog de Kerst. De Kerst verliep heel anders dan André en ik hadden verwacht. Voorafgaand aan de Kerst vierden we met drie van de vier kinderen, zonder zoon Kevin, de verjaardag van dochter Caitlín. 21 jaar is ze geworden, een mijlpaal die we van het voorjaar opnieuw gaan vieren in New York. De Kerst zouden André en ik samen in alle rust doorbrengen, maar door omstandigheden kwam het zo uit dat ik op eerste kerstdag een tafel vol had, waaronder mijn ex, de vader van de kinderen. Het was heel druk, maar ook mooi dat we zo allemaal bij elkaar konden zijn. Er viel geen onvertogen woord. De Christmas Turkey stond glanzend bruin gebraden in het midden van de tafel en ik voelde me trots en blij dat ik dit zo voor mijn man, mijn gezin, maar ook voor mijn ex kon doen. Tweede kerstdag was ik afgepeigerd, maar het was het wel waard geweest.


Is het gek dat ik dit jaar aan het begin van dit blog een woelig jaar noemde? Nee, ik denk het niet. Er is heel veel gebeurd, veel hoogtepunten en wat dieptepuntjes. Dieptepunten zijn er om te boven te komen. Dat is wat ik vanaf nu weer ga doen. De mist die in mijn hoofd nog wat rondwaart verdrijven en het licht binnen laten, zodat ik dat uit kan stralen in het prachtige jaar 2012!


zondag 30 oktober 2011

Een huishouden van Jan Steen.

Beestenboel










Het is vrijdag 28 oktober 8:15. De bel gaat. Ik doe open en mijn vriendin D komt binnen met een roze tas met daarin chihuahua Lulu, die een paar dagen bij ons komt logeren. Gisterenavond zijn ze ook al even langs geweest en hebben we Daisy en Lulu alvast even samen laten spelen. Dat zag er veelbelovend uit. Het klikt tussen het stel. Nu gaat het grote logeerfestijn echt van start.


D heeft haast. Ze moet een vliegtuig halen.  In een razend tempo word ik ingewijd in alle geheimen rond de kleine Lulu. Om drie uur krijgt zij een zelfgemaakt hapje, die D al voor ons heeft klaargemaakt en ingevroren. ’s Morgens krijgt Lulu brokjes met wat olijfolie erover gesprenkeld. Dat is goed voor het vachtje. ’s Avonds krijgt ze weer brokjes. Voor tussendoor zijn er weer andere kleine hapjes. Verder heeft Lulu een paar speeltjes bij zich. Een aap met lange poten is haar favoriet. Ze heeft een piepklein kauwbotje en een soort schoentje om op te kluiven. Dat is allemaal voor tussen de maaltijden door, als ze al wat honger begint te krijgen.


Ik probeer alle informatie op te slaan, maar gelukkig heeft D het ook nog eens allemaal op papier gezet. Ondertussen rennen Daisy en Lulu al in wilde vaart achter elkaar aan door het huis. De bench die open staat wordt al gauw bevolkt door twee honden, waarvan er een zo groot is dat haar rug de bovenkant van de bench raakt en de ander zo klein dat ze onder de voeten wordt gelopen.

Ik zwaai D uit en beloof haar heel goed te zorgen voor het kleine aan mij toevertrouwde minihondje.
André en ik drinken nog een kopje koffie en bed en ondertussen springen Daisy en Lulu lustig rond over het dekbed.
Al gauw merk ik dat de aanwezigheid van Lulu Daisy mateloos opwindt. Binnen 10 minuten hangt haar tong ergens tussen haar knieën en is ook Lulu aan het einde van haar Latijn met die enorme hond, die haar nog een drie seconde met rust laat en waar zijzelf ook iedere keer als door een magneet naar toegetrokken wordt.
Ik zet Lulu even in haar bench, die daar onmiddellijk in slaap valt.


Het is 9:30. Ik zwaai André uit en vertrek met Lulu in haar roze tas en Daisy aan de lijn naar het park om het stel voor het eerst samen uit te laten. Bij het begin van het park zet ik Lulu op de grond. Daisy grijpt meteen de lijn en wil haar net als ze bij logeetjes Timo en Yippie deed, Lulu aan haar lijn mee het park in trekken. Lulu is hier alleen te klein voor en het trekken wordt algauw voortzeulen en daar steek ik een stokje voor. Lulu verdwijnt weer in de roze tas en Daisy laat ik los in de hoop dat er dingen in het park zijn die haar afleiden.


Ik loop een stukje verder het park in. Dan laat ik Lulu weer uit de tas, want het moet voor haar toch ook een beetje leuk zijn.
Daisy rent meteen op haar af. Lulu is een pittig hondje en laat zich niet zo snel afschrikken, maar gaandeweg het spel wordt Daisy wilder en wilder. Lulu wordt onderste boeven gelopen. Ik vind het zielig, dus zet ik haar weer in de tas.

We wandelen naar een volgend veldje en daar leid ik Daisy af met stokken. Dat werkt. Even later hebben zowel Daisy als Lulu een stok waar ze heerlijk op beginnen te kluiven. Ik zit met mijn rug tegen een boom aan te genieten van wat later stilte voor de storm blijkt.


Thuis gekomen begint het grote feest van achter elkaar door het huis rennen weer van voren af aan. Ik zet Lulu naast me in mijn werkkamer, die onmiddellijk in diepe slaap valt in haar mandje. Ik trek de deur van de werkkamer dicht om Daisy buiten te sluiten. Even later hoor ik wat gerommel op de gang en als ik kijk ligt ze uitgevloerd op de mat voor de deur. Prima! Even rust.

Twee uur later is Lulu weer klaar wakker en wil uit haar mandje. Ook Daisy komt achter de deur weer tot leven. Het feest begint weer. Van alle opwinding weet Lulu haar honden luier die in een hoekje van de kamer ligt nog niet zo goed te vinden en worden er piepkleine drolletjes en behoorlijk flinke plasje in de kamer achter gelaten. Ook Daisy is van de opwinding niet langer zindelijk en plast op de keukenvloer. Gelukkig ligt nergens tapijt en kan ik het allemaal gemakkelijk schoonmaken.

Dochter Caitlín komt me aflossen, want ik heb een personeelsuitje. Ik ga alle honden en katten even een paar uur vergeten en een moord op de Wallen oplossen! Ja, ook de katten ga ik even naar de achtergrond verdringen! Kater Willem is namelijk helemaal niet enthousiast over de komst van Lulu en al is hij twee keer zo groot, hij vindt het allemaal erg eng en stelt zich verschrikkelijk aan met een hoop vermoeiend gegil en gekrabbel aan de kamer deur van Caitlín waar hij zijn toevlucht toe wil nemen.

Terwijl ik over de Wallen zwerf met mijn collega’s, vragen oplos en me verbaas over de veelkleurigheid van dit stukje Amsterdam vergeet ik het dierenspul totaal. Als schoolmeisjes giechelend sta ik met collega S voor de etalage van een sekswinkel. In de etalage glimt the big white boomser me tegemoet.
"Zou je ook een big black boomser hebben?” vraag ik stikkend van het lachen aan S.
"Geen idee,” giebelt ze met me mee.
Ik besluit de ondeugende schoenen aan te trekken en binnen te informeren.
“Natuurlijk hebben we die,”vertrouwt de medewerker me toe. Hij verwijst mij naar een uitstalling van boomsers in alle maten en kleuren, die in een rek midden in de winkel staan opgesteld. Er zijn verschillende in de kleur zwart. Hij wijst mij een monsterachtig apparaat aan met een diameter van 7 centimeter en een lengte van minstens 22 centimeter. Ik kijk hem geschokt aan en onderdruk nog meer opkomende giechels.
“Maar dat gaat niet lukken hoor,”roep ik uit.
"Oh, ja hoor. Dat lukt best!,”zegt de medewerker doodleuk, alsof hij inside information heeft.
Terwijl ik giechelend de winkel verlaat naar mijn collega die buiten gespannen staat te wachten, steekt de man nog zijn duim op om aan te geven dat ik echt iets unieks laat liggen.

De rest van de avond zijn de black en white boomser en de piemeldeo steeds terugkerende onderwerpen van onze gesprekken, zeker naarmate de avond vordert en iedereen een paar alcoholische versnaperingen achterover heeft geslagen.
Helemaal opnieuw opgeladen aanvaar ik de rit per metro naar huis. Groot is mijn verbazing als ik uit de metro stap en André zie naderen met Daisy aan de riem in de ene hand en de roze tas met Lulu in zijn andere hand! Samen laten we de dames uit voor hun laatste rondje.


De nacht verloopt heel goed. Lulu slaapt in een doosje naast ons bed en Daisy ligt op het bed aan het voeteneind. Kater Willem ligt naast mijn hoofd kussen. Met mijn neus in zijn mooie rode vacht slaap ik heerlijk diep en vast. Als Lulu vroeg in de ochtend van zich laat horen, zetten we haar op de luier, waar zij keurig een plasje doet. Daarna slaapt ze nog een uurtje tussen ons in. Ze is zo klein dat ze als een kat onder de dekens weg kan kruipen. Door de olijfolie is haar vachtje zacht en geurig. Geen probleem om haar even tussen ons in te hebben.

Na het ontbijt ga ik lekker lang met de dames naar het park. Het is prachtig zacht herfstweer. Het park toont zich in alle schakeringen geel, bruin en rood. Een eekhoorntje hipt voor onze voeten weg en Daisy maakt er een sport van om er achter aan te gaan en het de bomen in te jagen. Vanaf een tak kijkt het me aan met in z’n pootjes een grote noot geklemd. Het worden er steeds meer constateer ik blij.


Op het veld gooi ik voor Daisy de bal weg. Ze begint het spel eindelijk te snappen en begint de bal steeds dichter naast mijn voeten te leggen. Het spel met de bal leidt haar af van Lulu, die in haar eentje door de herfstblaadjes scharrelt. Heerlijk uitgewaaid komen we weer thuis.

André en ik gaan boodschappen doen. Lulu verdwijnt in de bench, zodat we zeker weten dat ze niet door Daisy wordt opgegeten of achter Willem aan door het kattenluik de tuin in verdwijnt.
Bij het tuincentrum kopen we wintervoer voor de vogels. Ik heb de afgelopen week voor het eerst de roodborst heel even in de tuin gezien en nu wordt het tijd de buizen weer met zaad te vullen.
Als we met tassen vol boodschappen thuis komen is dochter Caitlín ook weer thuisgekomen van een logeerpartij bij vriendin A en rent Lulu al weer door het huis.
“Daisy is echt annoying,”zegt ze. En ja…dat ben ik met haar eens. Gelukkig hebben we ook kluiven meegebracht uit het tuincentrum waar ze ook een flinke afdeling hebben met huisdierbenodigdheden. Niet lang daarna hebben beide honden een kluif en zijn ze rustig.


Om 14:00 uur gaat de bel. Het zijn de zoon van mijn vriendin en zijn vader. Ze willen Lulu even meenemen naar het bos. Prima. Ik hijs Lulu in haar tuigje en zet haar in de roze mand. Rust waaiert uit over het huis.

Om 16:00 uur arriveert mijn Caminovriendin J. Een mandfles chianti verschijnt op tafel. Ik zag de fles staan bij de Lidle(lees Laidel, is chiquer) en kon die niet laten staan. Herinneringen aan de druipkaarsen in mandflessen op de tafel in het ouderlijk huis komen terug in mijn herinnering. De wijn smaakt ook nog eens erg lekker.

17:00 uur gaat weer de bel. Lulu wordt afgeleverd. Ze is afgepeigerd en verdwijnt meteen de bench in waar ze onmiddellijk in slaap valt. Ook Daisy ligt vermoeid van alles op de bank met onder haar een van Lulu’s knuffels, waardoor de indruk gewekt wordt dat er iets heel merkwaardigs met Daisy aan de hand is. Na een paar glaasjes wijn zijn we weer ondeugend geworden en we maken de ene suggestieve foto na de andere. Daisy heeft het gelukkig niet door dat zij het onderwerp is van onze lachbuien.


Om 19:30 verlaat mijn vriendin het huis en verdwijnt André de keuken in waar hij een heerlijke saté bereid. We drinken de rest van de mandfles leeg en hebben een lekkere rustige avond met twee vermoeide honden. Tegen 22:30 maken we het laatste ommetje met beide dames en bereiden wij ons alle vier voor op een lange verkwikkende nachtrust. Lulu wordt in haar doosje geïnstalleerd en Daisy aan het voeteneind neergepland.

Ik begin net weg te dommelen als Daisy een duikvlucht maakt van het bed af en poes Tjôkla nazit tot aan het kattenluik. In de gang gilt kater Willem die de kamer van dochter Caitlín in wil, die er niet is en op dit moment, verkleed als ‘zombieteen’ de stad onveilig maakt in het kader van Halloween.
Ik ben meteen klaar wakker. Naast mij begint André luid te snurken.
Ik probeer weer te gaan slapen, maar nu is ook Lulu wakker en begint te piepen in haar doosje. Ik til haar op en zet haar op de luier. Ze hoeft niet.

Weer in bed probeer ik door de snurkgeluiden van André heen de slaap weer te vatten. Ik doezel zo nu en dan weg, maar Daisy heeft juist deze nacht uitgekozen om ieder half uur van het bed te springen en kater Willem, die de kamer probeert in te sluipen om naast mij te komen liggen, weg te jagen. Oh, wat verlang ik nu verschrikkelijk naar een groot huis met een eigen slaapkamer en een logeerkamer om me terug te trekken als alles me te veel wordt. Maar helaas, we wonen op
60 vierkante meter, waarvan geen centimeter nog ruimte biedt aan meer privacy. Ik kan nog wel in mijn praktijkkamer gaan liggen, maar de wand die deze kamer scheidt van de huiskamer is zo dun, dat ik André er doorheen hoor snurken. Bovendien vertrouw ik die beestenbende niet en wil ik toch zelfs als ik slaap een oortje openhouden.
Ik sukkel weer af en toe weg, maar word nog zeker 3 keer gewekt door Daisy die met veel kabaal voorkomt dat kater Willem de huiskamer binnen komt. Uiteindelijk haal ik Willem, die angstig zit te zijn op het aanrecht, zelf maar op en leg hem naast mijn hoofdkussen. Al gauw ligt hij te snorren.

Bange kater Willem verstopt zich voor het hondengeweld

3:00 uur. Lulu piept. Ik til haar op en zet haar op de puppyluier. Ze doet een klein drolletje. Ik zet haar weer in de doos en kruip weer in bed.
3:30! Er klinken kotsgeluiden. Het is poes Tjôkla die aan een plant heeft gegeten en nu alles er weer uitgooit. Daisy springt van het bed af en maakt korte metten met de hap. Ze slokt het overgrote deel naar binnen en ik weiger nog om op te staan, haar weg te jagen en het op te ruimen. Jammer dan! Als zij de troep op wil eten mag ze haar goddelijke gang gaan.
6:30. Ik ben nog lang niet uitgeslapen, maar Lulu piept weer. Ik zet haar weer op de luier waar ze een plasje doet. Ik probeer het nog even.
8:30. Weer gepiep. Lulu weer op de luier en daarna nog even richting bench. Ik wil nog even slapen. André ronkt nog.

Ik sluit mijn ogen, maar word meteen klaarwakker van een bepaalde geur. Ik stap uit bed om in de bench te kijken. Ja hoor…Lulu zit naast een piepklein poepje.  Ik verwijder het poepje en trek de handdoek op de bodem van de bench recht. Niks klein poepje…er liggen er nog twee. Flinke voor zo’n klein hondje. Dat er uit zo’n klein lijfje zoveel poep kan komen. Ik ga de handdoek verwisselen voor een schone. Op mijn blote voeten stap ik de badkamer in. Ik voel nattigheid. Een grote gele sloot heeft zich over de vloer van de badkamer uitgebreid. Dit moet Daisy zijn. Voor Lulu is deze enorme rivier van plas echt te veel. Ik sta stil in het midden van de badkamer, met mijn voeten in de plas als ik besluit te capituleren. De maat is vol. Ik gil naar André dat hij koffie mag gaan zetten, maar er komt geen reactie. Ik stap onder douche, want ik voel me nu echt smerig!

Als ik uit de douche stap merk ik dat het ineens een stuk rustiger in huis is. Ik trek nog even mijn nachthemd aan en stap in bed. Alle honden zijn nu rustig, maar André kijkt me slaperig aan zich van geen kwaad bewust. Ik begin hem geïrriteerd te vertellen wat ik allemaal heb meegemaakt, terwijl hij zo ongenadig lag te snurken. Hij vindt het allemaal erg zielig voor mij en gaat koffie zetten. Niet lang daarna zie ik ineens mijn roodborst in de tuin zitten. Zijn buikje is vuurrood. Hij ziet er prachtig uit. Mijn dag is weer goed!


10:00 uur. Ik stap naar buiten met Lulu in de roze tas en Daisy aan de lijn. Het is de dag van de stilte en die ga ik nu opzoeken in het park. Als we op het eerste veldje zijn zet ik Lulu op het gras. Tot mij verbazing gaat het ineens geweldig. Beide honden snuiven genietend de geuren van het herfstpark op. Ik geniet zelf ook van de prachtige gekleurde bomen en van de halsbandparkieten die als tropische verrassingen tussen de herfstblaadjes hangen.


Een eekhoorn schiet weg en Daisy rent er achter aan. Lulu huppelt naast me. Het is een perfecte herfstochtend. Een eind verder op zie ik weer en eekhoorn de boom inschieten. Ik zie hem zitten tussen de bladeren met een eikeltje tussen zijn pootjes.


De spanning van de afgelopen nacht en de dooropvolgende ochtend valt van me af. Ik neem foto’s van de honden. Er staat een eenzaam Albert Heijnkarretje aan het eind van het park. Ik hang Lulu met haar roze tas aan de tassenhaak en maak foto’s van haar. Daisy wil ik er ook inzetten, maar die begint weer baldadig van me weg te rennen.


We gaan lopen verder. Lulu mag weer uit de tas en ze huppelt weer vrolijk naast me voort. In de verte zie ik een groep eenden het pad oversteken en de bosjes in gaan. Het is een grappig gezicht en ik vraag me af wat ze daar met z’n allen van plan zijn daar in die bosjes.


Een vrouw passeert me met haar hond en spreekt me aan over Lulu. Ik praat even met haar als ineens Daisy als een idioot tegen haar hond begint te blaffen en haar haren overeind zet. Dit heeft ze al heel lang niet meer gedaan. Ik kan geen gesprek meer voeren en de vrouw loopt verschrikt weg. Ik begin de andere kant op te lopen en roep tegen Daisy dat ik naar huis ga. Dit helpt altijd. Daisy laat de hond gaan en rent snel naar me toe, bang dat ik haar achter laat. De rust die ik net voelde sijpelt weer langzaam weg uit mijn lijf. Ik besluit naar huis te gaan.

Op het laatste veldje voordat ik het thuis ben zie ik ineens een verrukkelijke paddenstoel. Ik laat de honden voor wat we zijn en maak foto’s van het mooie exemplaar wat zijn hoofd glanzend opricht vanuit de deken van herfstbladeren. Ik ben net lekker aan het fotograferen als Daisy geritsel in de struiken hoort. Ze begint te blaffen en rent mijn mooie paddenstoel bijna omver.


Vanuit de bosjes verschijnt een van mijn buurjongetjes. Daisy rent op hem af en gaat met haar haren overeind tegen hem staan blaffen. Ik sla mijn arm om de jongen heen om Daisy te laten zien dat het goed volk is. Ik instrueer de jongen rustig te blijven en zeg hem dat ik nu weg ga lopen en dat Daisy me dan zal volgen. Nou nee hoor…Daisy blijft als een idioot blaffen tegen de jongen die zich gelukkig niet gek laat maken door haar. Uiteindelijk volgt ze me naar huis waar ik haar toespreek. Ik breng haar naar binnen en geef haar het eerst volgende half uur geen aandacht. Lulu is gelukkig moe en valt in slaap in haar bench.
Ik ben voor de tweede keer deze dag helemaal in alle staten. André geeft me koffie en dan ga ik achter de computer zitten om al mijn avonturen van me af te schrijven.

Nog een keer ga ik deze middag naar het park, maar alleen met Lulu. Wat een rust. Het kleine hondje, wat toch wel degelijke een echte hond is, huppelt vrolijk achter me aan en steelt in het park de show bij twee oude mensen die de achtergelaten Albert Heijnwagen terug brengen. Ik zie weer eekhoorns, ik hoor de roodborst zingen en voor de tweede keer deze dag daalt er rust op me neer.












maandag 24 oktober 2011

Workshop ‘Haiku, pictures of the mind’ in de Roos

22 oktober 2011

       Het kind op de brug
      Hij rent op en neer en de
      wind neemt zijn lach mee



Vandaag is het dan eindelijk zo ver. Ik ga mijn eerste workshop geven in Centrum de Roos in Amsterdam. Best spannend als je zoiets nog nooit gedaan hebt. André en ik hebben hard gewerkt aan een prachtige PowerPoint met mijn eigen foto’s als achtergrond van de tekst. Ik ben er best trots op, zo mooi ziet het eruit.


Als ik naar buiten kijk zie ik dat mijn gebeden door het universum zijn verhoord. De hemel is strakblauw en de zon schijnt uitbundig. Dit is geweldig! Een onderdeel van de workshop zal zich buiten in het Vondelpark afspelen en nu kunnen de paraplu’s die ik als mogelijk attribuut in de folder genoemd heb kan gelukkig worden thuisgelaten.

Rond 10:15 loop ik samen met Daisy naar Station Zuid om twittervriendin Miranda en hond Yippie op te halen. Zij gaat de workshop bijwonen en Yippie en Daisy zullen dan aan de zorg van dochter Caitlín worden overgelaten. Nu is het afwachten hoe de honden op elkaar zullen reageren. Terwijl Daisy en ik onderweg zijn houden Miranda en ik mobiel contact met elkaar. Wat is een mobieltje bij dit soort gelegenheden toch handig. Nu kon Miranda me ruim op tijd op de hoogte stellen van de vertraging die ze had en hoeven we geen van beide in onwetendheid te blijven.


We treffen elkaar op het perron waar Yippie en Daisy voor het eerst kennismaken. Daisy vindt het meteen helemaal geweldig. Ze grijpt al direct de riem van Yippie en trekt Yippie met zich mee. Yippie is iets terughoudender en hapt af en toe naar de toch wel erg opdringerige Daisy.
Thuisgekomen raakt Daisy geheel over haar toeren, zo leuk vindt ze het om Yippie te bespringen Yip kwispelt voorzichtig, maar als het haar te veel wordt hapt ze. Toch lijkt het erop dat het wel gaat lukken tussen deze twee.

Inmiddels begint de ochtend op zijn eind te lopen. We drinken koffie en eten een broodje en dan is het tijd om richting de Roos te rijden. De beamer, de laptop en wat spullen uit de natuur die ik uit mijn werkkamer heb gehaald worden ingepakt en aangezien het openbaar vervoer in Amsterdam een onzekere factor is pakken we toch de auto.

Toch nog wat aan de late kant arriveren we in de Roos. Ik krijg een sleutel overhandigd en daarmee is de hoekkamer voor de rest van de middag voor ons.
De eerste deelneemster, C, is ook al gearriveerd. Ik heb al wat mailcontact met haar gehad en het is leuk om haar nu te ontmoeten. Ze heeft er veel zin in, zegt ze. Omdat ik de kamer nog in orde moet brengen en C aan de vroege kant is, blijft zij nog eventjes beneden. Wij gaan snel naar boven om de beamer klaar te zetten en de meegebrachte spullen neer te zetten. `


De hoekkamer is een gezellige niet al te grote ruimte. De medewerkers van de Roos hebben vier tafels en achtstoelen neergezet, precies afgestemd op de hoeveelheid mensen die de workshop gaan bijwonen. Er is dus geen tafel over, waar ik mijn spulletjes kan uitstallen. Dan leggen we alles maar op de grond, de foto’s, de boeken over Haiku en de mooie dingen uit de natuur, bedoeld om te inspireren. De tafels schikken we er om heen.
André houdt zich bezig met de techniek, zodat ik me daar niet druk over hoef te maken. Samen met Miranda ga ik beneden de kannen heet water ophalen. Als we weer boven komen beginnen de deelnemers binnen te druppelen. Behalve C ken ik iedereen. We begroeten elkaar en iedereen zoekt een plek aan de tafels waar ik voor iedereen een reader en een opschrijfboekje heb klaargelegd.  De sfeer is meteen goed en iedereen is enthousiast en heeft zin om te beginnen. Ik voel dat bij mij de aanvankelijke spanning wegebt en dat er een gezond zelfvertrouwen voor in de plaats komt.

Trapportaal in de Roos

Ik vraag of iedereen zover is en of we kunnen gaan beginnen.
We houden een voorstelrondje waarin iedereen in het kort vertelt wat zij, André is de enige man, wel of niet met Haiku heeft. C heeft al heel veel met Haiku. Ze weet ook al het een en ander van de achtergrond. Voor de meeste anderen is het eigenlijk iets nieuws. Alleen M, die een tijd geleden een coachingstraject bij mij heeft gedaan, heeft als opdracht voor mij een keer een Haiku gemaakt. Ze is heel enthousiast om er weer eens mee aan de slag te gaan.

Ik vertel wat ik met haiku heb. In de jaren zeventig begonnen we in het westen open te staan voor de invloeden vanuit het oosten. Mensen gingen meer en meer mediteren, deden aan yoga en vooral het boeddhisme nam een vlucht. In die tijd kwam ik voor het eerst in aanraking met Haiku. Samen met mijn moeder nam ik toen zelf deel aan een workshop Haiku maken en vanaf dat moment is Haiku iets geweest wat van tijd tot tijd in mijn leven opdook.

In het voorjaar van 2010 werden André en ik gevraagd om op de kat van vrienden te passen in hun prachtige Franse boerderij La Garnasette in de Auvergne waar zij al jarenlang gasten ontvangen en verwennen. Tijdens ons verblijf op La Garnasette gebeurde er iets met mij. We hadden prachtig weer. Iedere ochtend werd ik wakker met haangekraai, een blaffende hond en vogelzang en voelde ik hoe ik naar buiten getrokken werd de natuur in. Dan wandelde ik eerst een uur met mijn fotocamera over het uitgestrekte terrein rond La Garnasette, genietend van geuren, geluiden en de wind in mijn haar. Als ik terugkwam had manlief de koffie klaar en zaten we samen op een stenen trappetje te kijken hoe Charley, onze oppaskat achter de smaragdhagedissen aanging. Tijdens mijn hele verblijf op La Garnasette stonden mijn zintuigen wijd open en voelde ik dat ik nu ontdekt had wat ik al die jaren gemist had. De natuur maakte me gelukkig, iedere dag opnieuw.

La Garnasette

Weer thuis gekomen wilde ik het La Garnasette gevoel in mijn dagelijks leven gaan inzetten. Ieder moment dat ik tijd had ging ik naar het park achter mijn huis en ontdekte dat ik het gevoel hier precies zo kon ervaren. Ik keek, ik luisterde, ik snoof de geuren op, ontdekte vogels, eekhoorns en nog veel meer. Iedere dag zag ik nieuwe dingen en als vanzelf begon ik weer Haiku te maken. Tegelijkertijd wist ik ook op welk gebied ik me in het coachen wilde specialiseren. Als ik me zo goed kon voelen door naar buiten te gaan dan zou dit ook voor anderen kunnen werken. Ik nam mijn eerste cliënten mee naar buiten en ontdekte dat het wel degelijk het geval was. Door de natuur als spiegel te gebruiken deden zowel ikzelf als mijn cliënten inzichten op die helend werkten. En zo maakte ik ook de Haiku onderdeel van een coachingtraject. Door met Haiku bezig te zijn en met Haikuogen naar de wereld te kijken krijg je oog voor detail. Door te focussen op dat wat om ons heen gebeurt en er bewust onderdeel van uit te maken beweeg je je in het NU. Je bent niet langer bezig met de afwas die nog op het aanrecht staat, die brief die nog geschreven moet worden of andere zaken die je geest in beslag kunnen nemen op de verkeerde momenten. Het resultaat is dat er als vanzelf ruimte ontstaat om al die dingen toch wel te doen, zonder dat je er nodeloos over hebt lopen malen. Wat een heerlijk gevoel is dat!

Mijn park

Dit verhaal vertel ik in grote lijnen aan mijn cursisten en aansluitend daarop vertoon ik de PowerPoint, zodat iedereen van de groep een idee heeft wat Haiku is en waar het zijn oorsprong heeft. Daarna doen we een korte visualisatie om iedereen een beetje in een ontvankelijke staat te brengen.
Het volgende wat we doen is een korte schrijfoefening. Iedereen beschrijft een plek waar zij zich helemaal een kan voelen in de natuur. De meeste hebben tijdens de visualisatie deze plek al ervaren en beginnen te schrijven.
Als iedereen iets op papier heeft lezen we elkaar voor wat we hebben. Ik zelf doe ook. Er zijn prachtige en hele poëtische verhaaltjes bij. De volgende opdracht is om uit dat stuk wat geschreven is de essentie te halen en in een Haiku vorm te geven. Er zijn er ook een paar die al meteen een Haiku gemaakt hebben. Dat is natuurlijk ook prima. Ik ben blij verrast wat iedereen op papier heeft gekregen en ook André, die meestal niet zo van de schrijverij is, heeft prachtige dingen opgeschreven.

Ondertussen is het warm geworden in de kamer. Het prachtige herfstweer roept ons naar buiten. We gaan gewapend met onze notitieboekjes en pen het Vondelpark in. De groep waaiert uit. Ik kijk er genietend naar. Ik zie C op een boomstam zitten tegenover het mooie oude muziekprieel, terwijl ze kijkt en aantekeningen maakt. De anderen verzamelen zich onder de enorme kastanjeboom, die haar takken beschermend om iedereen heen buigt. En prachtig licht filtert tussen haar takken door.


Ik kijk naar een kind dat een bruggetje op en af rent, schaterend van het lachen. Dan valt mijn oog op twee nijlgansen die op het grasveld voor het prieel toilet aan het maken zijn. De andere hebben ze ook gezien. Even later zitten de boomstam van C vol met andere leden van onze groep. Het ziet er ontspannen en gezellig uit. Ik heb ondertussen een reiger gezien. Het dier stapt behoedzaam door het water naar een onzichtbare prooi.


Na drie kwartier gaan we terug naar de Roos. Terwijl we naar boven lopen bewonderen we de schilderijen van Jan Grotenbreg, die in de Roos exposeert. Hij heeft geëxperimenteerd met cement als ondergrond, waardoor zijn werk iets weg heeft van een fresco.


Vooral zijn dansende kraanvogels zijn schitterend, maar wat minstens zo mooi is, is het licht dat door een gebrandschilderd raam valt in het trapportaal. De Roos is gevestigd in een prachtig gebouw.


Terug in de hoekkamer gaan we met wat we gezien hebben in het park aan de slag met Haiku. Iedereen zit doodstil te werken. Pennen schieten over het papier. Iedereen is geïnspireerd geraakt.
Om half vijf is iedereen verzadigd en gaan we over tot het voorlezen van de Haiku die we gemaakt hebben. Wat prachtig is om te zien is dat iedereen de zelfde plek heeft egzien, maar er een andere beleving bij heeft.

Mijn André leest zijn Haiku voor:

Daar staat een boom boom
Je weet zo’n echte boom boom
Sterk mooie boom boom.

De nijlgans zit daar
Zijn zicht is op het water
Wie vindt mij nu dom

Ik vind ze geweldig. Mijn André, een ware haikudichter!

C heeft haar ervaring op weer geheel andere wijze vorm gegeven.

Waggelende duif
tussen lichtstrepen van gras
Er krijst een meeuw

Hoge boomtakken
met felgele bladeren
Er snuffelt een hond

T is iemand die ik nog ken uit mijn tijd met het concertgebouwkoor, nu bijna 30 jaar geleden. Zij en ik hebben al weer een tijdje contact, vooral op het gebied van schrijven. Vandaar dat zij ook naar de workshop is gekomen. Het is ontzettend leuk om haar na al die jaren weer te zien. Ook zij maakt Haiku op heel eigen wijze.

Een enkel blad nog
ritselt in de takkenkruin
voor de laatste sprong

Ik ruik het water
waar de treurwilg zich spiegelt
In de najaarszon

Ook ik heb mijn indrukken in Haiku vertaalt:


















Het nijlgansen paar
in de schaduw van ’t prieel
maken zij toilet

Zacht sluipt de reiger
naar een onzichtbare prooi
een en al ogen



Twittervriendin Miranda heeft zich ook op heel eigen wijze in Haiku uitgesproken!

Trillende bladeren
filterend zonlicht valt
wedijverend met kou

Vergane glorie
Tand des tijd weerstaan
Vederlichte dag

Als laatste is daar M. Ook zij kijkt weer met eigen ogen naar de taferelen die wij allemaal hebben gezien.

Vangende armen
Kracht en zacht gastvrije boom
Aai mijn schors en mos

Spetters op hun bek
Samen de staartjes omhoog
Lekker gezeefd kroos

Mijn vriendin J, die helaas alleen het gedeelte in de hoekkamer voor we gingen wandelen heeft meegemaakt heeft ons nog wel een Haiku nagelaten.

Bij een blauwe lucht
ben ik een met de natuur
Moment van rust

Iedereen schrijft nu zijn beste Haiku op een vel papier net zo vaak als er deelnemers zijn. Daar maak ik een boekje van dat iedereen kan meenemen. Hiermee eindigt deze ontzettend geslaagde middag.