woensdag 31 augustus 2011

De paddenstoel en de cyclus van leven en dood.



31 augustus 2001













Er is een paddenstoelengroepje op het veldje tussen de flats aan de overkant van ons huis dat ik al een tijdje volg. Het mooie van deze paddenstoelengroep is dat wat er ook gebeurd ze steeds weer opnieuw opkomen. Ze staan in de schaduw van een grote mooie boom, die in de herfst prachtige rode bladeren krijgt. Een fantastische plek voor een groep paddenstoelen ware het niet dat de gemeente Buitenveldert met grote regelmaat langskomt om de hele boel in een klap om te maaien. Weg prachtige paddenstoelen.  













Maar deze paddenstoelen zijn niet weg te maaien. Hun sporen zitten diep verankerd in de aarde en daar is geen maaimachine tegen opgewassen. Na een week of wat steken er altijd weer een paar hun kopjes boven het gras uit en begint het groepje zich weer langzaam aan te ontwikkelen tot paddenstoelen waar je echt wel met enig respect naar kijkt.


Het begint altijd met een paar aardappelvormige bolletjes. Na een aantal dagen begint het bolletje langzaam maar zeker een hoed te vormen, die zich in de loop van de dagen verder zal gaan uitrollen tot een hoed van formaat. Daarna staan de paddenstoelen een paar dagen lang in al hun glorie met hun hoeden te pronken, totdat de grasmaaier van de gemeente langskomt en er een eind aan maakt of totdat ze uit zichzelf langzaam wegrotten. Dat laatste stadium is een treurig gezicht.
















Het is net alsof er een kabouter met een vlammenwerper is langs geweest en de boel  tot een verkoolde massa heeft getransformeerd. Maar niet getreurd…na een week of twee steken de eersten hun kopje al weer boven het gras uit en begint de cyclus weer opnieuw.


Wat kunnen we nu leren van deze dappere paddenstoelen? In letterlijke zin leren ze ons over de cyclus van leven en dood. De jonge paddenstoel steekt aarzelend zijn kopje boven de grond, zoals de pasgeboren baby de blik van zijn moeder zoekt( of de tepel). De paddenstoel in de groei rolt langzaam zijn hoedje uit en neemt zijn plek in de wereld in, zoals ook kinderen opgroeien en hun plek innemen. De oudere paddenstoel staat trots en krachtig op zijn veldje, zoals de volwassen mens, als de ontwikkeling tenminste goed is verlopen, ook krachtig en trots door het leven stapt. Daarna begint onherroepelijk de aftakeling. De paddenstoel begint langzaam te verrotten, terwijl de oudere mens steeds meer lichamelijke gebreken begint te vertonen tot er een moment komt dat er niets meer op te lappen valt en de dood bezit van ons neemt. Voor veel mensen houdt het hierbij allemaal op. Dood is dood en daar komt niets meer na.



Toch laat de natuur ons iets heel anders zien. Op de plek van de verrotte paddenstoelen, herreizen weer nieuwe. De cyclus herhaalt zich. Als reïncarnatietherapeut word ik daar heel erg blij van. De paddenstoel laat me zien dat de dood niet het einde is, maar slechts een nieuw begin. Overal in de natuur zie je dat terug en dat is misschien ook waarom ik me zo verbonden voel met de natuur. Wij mensen zijn ook natuur. We zijn niet afgescheiden, maar een deel van een groot prachtig geheel. Ach, zagen meer mensen dat maar zo. Dan zouden we elkaar en de wereld om ons heen vast met veel meer respect benaderen.

dinsdag 23 augustus 2011

Hondentherapie aan de Gaasperplas

21 augustus 2011

Eenden snateren.
Het geluid snijdt als een mes
de nieuwe dag aan


Ik word wakker in mijn bed op de woonvoorziening door het geluid van snaterende eenden. Het geluid snijdt de stilte van de zondagmorgen aan, als een mes een taart. Ik ben meteen klaarwakker. Buiten is het al aardig blauw aan het worden. Dat ziet er niet slecht uit voor een Hollandse zondag.
Alle bewoners zijn nog in diepe slaap verzonken. Ik ga met een kopje thee aan de tafel zitten en laat het laatste uur van mijn dienst rustig aan mij voorbij glijden.

Om 10:00 ben ik thuis. De dag heeft zich inmiddels in zijn volle glorie ontwikkeld. We drinken koffie in de tuin, terwijl de honden om ons heen scharrelen.
“Waar zullen we gaan wandelen,”vraag ik.  André spoedt zich naar de computer om “Geschikte wandelingen met honden” te googlen. Er stroomt een hele rij hondvriendelijke wandelingen uit de computer. Een rondje Gaasperplas behoort ook tot de mogelijkheden. De Gaasperplas, daar zijn we geen van beiden ooit geweest. Het is lekker dichtbij en waarschijnlijk stuit ik zo dicht bij het water wel op juffers en libellen.























We pakken een tas in en maken de honden reisklaar. Daisy stribbelt tegen. Hoewel ze waarschijnlijk met de auto uit Roemenië is gekomen, inmiddels met ons zonder problemen helemaal vanuit Usquert naar Amsterdam is gereden, wil ze nu ineens de auto niet in. We moeten haar erin tillen. Even later kunnen we toch wegrijden met Daisy nog iets wat op haar hoede achterin.
“Misschien is ze door haar baas in Roemenië uit de auto gegooid en denkt ze dat wij nu hetzelfde met haar gaan doen,” denk ik hard op. Deze gedachte vervult me met nog meer liefde voor Daisy, die in haar korte leventje al zoveel heeft moeten meemaken.


Op de parkeerplaats vlak bij de Gaasperplas is het leed snel geleden. Daisy springt vrolijk uit de auto met Timo in haar kielzog.
Op een bord staat dat dit gebied in 1982 Floriade is geweest. Ik herinner me er niets meer van. In 1982 stond ik op het punt zwanger te worden van mijn oudste zoon en kroop ik door de bosjes op zoek naar rupsen en vlindereieren met de man die ik nu mijn ex noem. Gek dat het zien van zo’n jaartal meteen een rits aan herinneringen naar boven doet drijven.


De zon is inmiddels behoorlijk woest aan het schijnen. We lopen het Gaasperplaspark in, wat in zijn verschijning veel weg heeft van het Amstelpark, dat in de 70-tiger jaren Floriade is geweest. Die Floriade herinner ik me nog wel goed, omdat mijn moeder daar een stand bemande. Een grappige anekdote uit die tijd is dat mijn moeder aan iedere bezoeker van de stand vroeg of ze voor haar het woord liefde wilde opschrijven in hun eigen taal. Later heeft ze al die woorden op een aardewerk kruik geschilderd. Helaas is de kruik bij mijn talloze verhuizingen verloren gegaan en is mijn moeder niet meer hier op aarde om nog zo’n kunstwerk te maken. Misschien is hier een taak voor mij weggelegd.


We lopen heerlijk langs kleine paadjes met een weelde aan wilde planten groei. Overal in het park zijn doorkijkjes, bruggetjes en waterpartijen. Daisy en Timo leven zich helemaal uit en ik ook. Het is een af en aan vliegen van libellen, juffers, vlinders en ander gevleugeld spul. Aan het einde van een lommerrijk paadje zien we ineens een flinke hond opdoemen. De hond is een stuk groter dan onze Daisy en heeft een baard. Vooral de baard doet me vermoeden dat dit nu een echte schnauzer is, het ras waar onze Daisy ook kenmerken van lijkt te hebben. Mijn vermoeden is waar. De hond is een schnauzer en hij heet Flip. Flip is hevig geïnteresseerd in onze Daisy en begint haar te besnuffelen.















Daisy neemt gillend de kuierlatten. Flip vliegt achter haar aan. De baas van Flip verzekert ons dat Flip niets kwaads in zin heeft, maar aan haar gegil te horen denkt Daisy daar heel anders over. Inmiddels is het stel weer onze richting op gekomen, alleen zit Daisy nu gillend achter Flip aan. Dit herhaalt zich een tijdje. Ik begin het zielig voor Daisy te vinden, dus probeer ik haar te pakken. Het lukt me haar naar me toe te halen en angstig verstopt zij zich tussen mijn benen. Flip blijft geïnteresseerd snuffelen. Ik probeer Daisy te kalmeren, maar ze blijft happen, grommen en op hoge toon blaffen. De baas van Flip zegt dat we het beter even kunnen laten gebeuren. Flip is een aardige hond, die niet zal bijten ook al hapt Daisy naar hem. Ik laat Daisy gaan en ze begint weer achter Flip aan te rennen, terwijl ze hoogtonig, maar vooral angstig blaft. Af en toe lijkt het beter te gaan, maar uiteindelijk vind ik dat we haar toch uit de situatie moeten halen. We bedanken Flip en zijn baas voor de therapie en hij raadt ons aan haar vooral veel onder andere honden te laten zijn. Een eindje verderop is een zwemstrand en daar zijn er nog veel meer.


Inderdaad ligt er 100 meter verderop een zwemstrand. Op een bankje zitten twee vrouwen omringt door Huskyhonden. Ook is er een man met een reusachtig buldogachtig geval. Deze laatste hond heeft onze Daisy onmiddellijk in de gaten en draaft goedmoedig op haar af. Daisy zet het weer op een gillen en gaat er vandoor. Het buldogtype gaat achter haar aan. Haar gegil gaat iedereen door merg en been. Wij wisten zelf ook nog niet dat ze zo’n lawaai kon maken. Niet lang daarna komt Daisy het veld weer oprennen met de bul achter haar aan. Ze kruipt weg achter onze benen.
Ik probeer haar gerust te stellen en aai haar, terwijl ik tegelijkertijd de bul aai, die ook bij ons staat. Daisy kalmeert wat, maar als de bul zich naar haar toe buigt, hapt en gromt ze. De dames op het bankje bemoeien zich er nu ook mee. Ook zij geven het advies zoveel mogelijk met haar onder honden te gaan, omdat dit gedrag anders alleen maar erger zal worden.



Door alle spanningen durft Daisy het water niet in. Ik stroop mijn pijpen op en ga haar voor. Ze volgt me na enige tijd. Een van de vrouwen gaat ook het water in met een van de Huskyhonden. Voorzichtig waden we met Daisy en de Husky door het water. De Husky lijkt ze iets minder eng te vinden.




Zeker drie kwartier proberen we Daisy te laten wennen aan de andere honden. Timo heeft nergens een probleem mee en stapt op iedere hond af, ook al is die nog zo groot. Daisy blijft angstig grommen en keffen als een van de andere honden te dichtbij komt.


Na een tijdje vind ik het genoeg voor een dag. We nemen afscheid van de twee dames die heel aardig waren en hun best deden Daisy te helpen.
“We zitten hier iedere zondag,”zeggen ze. “Kom nog maar eens met Daisy. Uiteindelijk zal ze er over heen komen. Ze is nog jong.”



We lopen nog een tijdje ontspannen rond. Er blijkt hier zelfs een naaktstrand te zijn. Niet dat wij daar behoefte aan hebben, maar toch goed om even te weten. Je weet maar nooit.....misschien krijgen we nog eens de geest.
We ontmoeten nog wat honden, maar Daisy blijft nu rustig. Ik denk dat het vooral heel veel tijd en liefde gaat kosten om haar over haar angsten heen te helpen, maar ons dappere hondje toont zoveel bereidheid om te leren dat het zeker goed zal komen.



Als we later thuiskomen en met Daisy op de bank kruipen merken we dat ze verschrikkelijk stinkt. We herinneren ons ineens dat ze op de terugweg ook nog even een sloot heeft bezocht en aan de vislucht te ruiken was die sloot niet zo fris. Ik stel voor dat ik samen met haar onder de douche ga om haar niet nog een trauma te bezorgen.
Ik trek me terug en niet lang daarna komt André me een hoopje hond brengen. Daisy laat het wassen goedmoedig toe. Ze vindt het niet heel erg naar, maar ook niet echt leuk. Als ze schoon is pakt André haar weer aan en wrijft haar droog.
Een maal weer op vrije voeten begint ze als een idioot door het huis te rennen. Wijlen onze Timmie deed precies hetzelfde nadat hij in de douche was geweest. Daisy voelt zich heerlijk na haar wasbeurt. Als ze uitgerend is ploft ze op de bank neer en valt als een blok in slaap.


donderdag 18 augustus 2011

Je spiegelen aan de natuur.

Laat de natuur je coach zijn.


















Samen met de zon
spelen de wolken een spel
van licht en donker

Tijdens een van de ommetjes die ik met de honden maak kom ik een woest gebaarde man tegen, die net als ik een grote camera op de borst heeft hangen. Hij kruipt ook, net als ik, door het struikgewas op zoek naar creepy crawlers om te fotograferen. De camera die hij om heeft ziet er een stuk indrukwekkender uit dan de mijne. Hij verontschuldigt zich als ik daar een opmerking over maak en beweert net als ik een amateur te zijn die maar wat probeert. We raken in gesprek en trots laat hij mij een foto van de schorpioenvlieg zien, die hij zojuist aangetroffen heeft in de struiken. Een mooi diertje, waar ik nog nooit eerder van gehoord heb, maar dat algemeen in Nederland schijnt voor te komen.
“Het mooiste worden de foto’s als je ze allemaal op Manuel neemt,”legt de man uit. “Maar dat is niet gemakkelijk!”
Ik maak bijna al mijn foto’s op Automatisch. Alleen stel ik wel af en toe handmatig scherp. Veel verder gaat mijn kennis namelijk niet. Ik heb wel een keer een les gehad van fotograaf Hans Clauzing in de Keukenhof, maar ook die opgedane kennis is al weer aardig weggezakt.



Al die tijd dat ik met de man sta te praten moet ik minstens een oog op de honden houden. Vooral Logeerhond Timo neemt regelmatig de kuierlatten, waarop ik dan weer een sprintje moet trekken om te voorkomen dat hij via de brug het park verlaat en op de weg terecht komt. Daisy blijft meestal wel in de buurt. Ineens heb ik zin om weer eens door het park te kuieren zonder een hond in mijn kielzog. Als ik zie hoe heerlijk deze man door de bosjes struint met zijn camera krijg ik een gevoel van gemis. Hoe heerlijk het wandelen met de honden ook is, ik ben toch steeds aan het opletten dat er niet een uit mijn zicht verdwijnt. Daardoor heb ik ook niet de rust om me te spiegelen aan de natuur en me te verrijken aan inzichten.


Ik breng de hondjes naar huis en ga voor het eerst in tijden weer eens alleen op pad. Bij de ingang van het park staat mijn collega amateurfotograaf nog steeds  tussen het gebladerte te rommelen. Hij is opnieuw op zoek naar schorpioenvlieg, verklaart hij zijn aanwezigheid, want hij wil zijn oude lens vergelijken met de nieuwe. Hij heeft zo het idee dat de oude betere foto’s maakt dan de peperdure lens waar hij eerder die middag foto’s mee heeft gemaakt. Ik ben jaloers op zowel de nieuwe, als de oude lens waar de man mee in de weer is. Mijn camera is al 5 jaar oud en ik kan me nog steeds geen nieuwe lens permitteren. Misschien maar beter ook, als je zo weinig kennis van de techniek hebt.

Ik laat de man verder zoeken naar de schorpioenvlieg en loop richting het water waar ik de aanwezigheid van libellen en juffers weet. Al heel lang heb ik een fascinatie voor de libel. Toen ik nog alleen mijn praktijk voor reïncarnatietherapie had stond de libel als symbool voor wat er leeft in de getraumatiseerde geest. De larve van de libel leeft namelijk onder water, alwaar hij als een ware rover voor zijn kostje zorgt. Het beeld van dit prachtige diertje als roofzuchtige larve vond ik een prachtige metafoor voor de onbewuste trauma’s die door reïncarnatietherapie aan de oppervlakte en in het licht kunnen worden gebracht. Als de larve volgroeid is kruipt hij langs een rietstengel omhoog naar het licht en vliegt weg als een prachtige libel. Daarmee is de libel zelf weer een metafoor voor de geest die weer vrij is nadat een trauma onder ogen gezien en verwerkt is.



Nu ik mijn praktijk heb uitgebreid met natuurcoaching heb ik als symbool een boom gekozen. Een boom staat voor groei, maar kan je ook inzicht geven over hoe je als mens in het leven staat. Ben je een dikke stevige boom, waar iedereen onder kan schuilen of ben je boom die meebuigt in de wind. Als ik cliënten coach laat ik ze soms buiten een boom kiezen waar ze zich mee kunnen vereenzelvigen. Of laat ik ze er een tekenen. Aan de hand van zo’n keuze of tekening ontstaan prachtige gesprekken die de cliënt, maar mijzelf net zo goed, prachtige inzichten oplevert.


Ik kom aan bij het water, waarlangs het stikt van de juffertjes. Juffertjes zijn een onderorde van de orde van de libellen. Er zijn heel wat verschillen te noemen tussen de juffer en de echte libel. Een juffer is slank en heeft de oogjes aan de zijkant van haar kopje. De vleugeltjes draagt zij in rust, tegen elkaar aan, terwijl de libel ze gespreid van het lichaam laat afstaan. De libel is ook veel steviger gebouwd en kan enorme einden vliegen. Juffer of libel, ik vind ze allebei schitterend. Het is een genot om te kijken hoe een juffer zich tegen een rietstengel aanvleit en er als het ware een mee wordt. Ik kan er niet genoeg van krijgen om er naar te kijken en ze te fotograferen. Ook nu weer kijk ik gefascineerd naar het lijfje dat in het zonlicht schittert als een sierraad met ingelegde edelstenen. Soms zie ik er twee, die op ingenieuze wijze aan elkaar vast zitten en zo door de lucht zweven. Wat een romantische manier om de liefde te bedrijven! In werkelijkheid is het voor de twee verliefde juffers een hele klus om tot de daad te komen. De jufferman houdt de jufferdame letterlijk met zijn achterlijf in de tang. Het lastige is dat het deel waarmee hij haar vasthoudt, ook het deel is waar zich zijn sperma bevindt. Nadat ze een rustig plekje hebben gevonden op een rietstengel, moet de man terwijl hij haar vasthoudt zijn sperma op een plek bij zijn vleugels zien te krijgen. Dit is een behoorlijke acrobatische toer. Als dat lukt, vormt hij een lus. Dan is de beurt aan haar en moet zij haar achterlijfje weer bij het sperma zien te krijgen. Als dat allemaal gelukt is vormen ze samen een hartvormige figuur. Prachtig om te zien.


Terwijl ik naar de juffers kijk vraag ik mijzelf af welke spiegel ze mij voorhouden. Ik zie twee dieren heel veel moeite doen om iets voor elkaar te krijgen wat in beider belang is. Het verreist een goede samenwerking. Door samen de juiste handelingen te verrichten komen ze tot resultaat. Dat herken ik ook in mijn eigen leven. Wil ik iets bereiken, moet ik daar moeite voor doen en goed samenwerken. Dank je wel juffers, dat jullie me dat weer even hebben laten zien!

Het is een beetje vreemd weer. Het is heel warm, maar de wolken en de zon spelen voortdurend spelletjes met elkaar. Ook staat er een behoorlijke wind, waardoor het niet meevalt een goede foto te maken. Dan hoor ik eenden kwaken en er komt een Haiku bij me op:

Gekwaak van eenden.
En het ruisen van de wind
neemt het geluid mee.

Ik verlaat de waterkant en loop naar het paddenstoelen paadje. Op mijn buik probeer ik de paddenstoelen met verschillende camera-instellingen te fotograferen. Ik en zet de camera op Manuel en rommel wat met de belichtingmeter. Ik krijg een totaal overbelichte foto, waarop geen paddenstoel te zien is. Ik draai aan het radertje van de belichting. Hoe hoger het getal hoe meer ik te zien krijg op de foto. Ik draai nog wat verder in de richting van het getal 30. Er verschijnen paddenstoelen op de foto, maar de sluitertijd is nu heel langzaam, waardoor de foto niet scherp wordt. Ik heb er weinig verstand van, maar volgens mij heb je nu een statief nodig. Ik probeer nog wat andere dingen en uiteindelijk heb ik wel wat aardige plaatjes, die ik thuis met elkaar wil vergelijken. Zo moet ik het uiteindelijk wel leren.


Ik kom bij een groepje knalgele bloemen. De felle kleur trekt bijen en hommels aan. Ik kijk met toenemende belangstelling hoe een grote dikke hommel zich door het stuifmeel wentelt op zoek naar de nectar. Zijn hele lijf zit onder de gele poeder. Ik ga weer met de camera aan de slag en probeer verschillende dingen uit. Ik heb het idee dat er wel iets moois tussen zit.















Inmiddels is de zon weer even goed doorgebroken. In een ander perkje staan prachtige paarse bloemen. Ik ga op de grond zitten en fotografeer naar boven. Fotograaf Hans Clauzing heeft me een keer laten zien dat je dan weer een ander effect krijg. Ik neem een heleboel foto’s met allemaal andere instellingen. Heel veel verschillen zie ik eigenlijk niet. Wel dat het effect van het zonlicht dat door de tere blaadjes schijnt, heel mooi is.


Het is inmiddels al behoorlijk laat. Ik loop al zeker anderhalf uur door het park.  Ik voel me heel blij en gelukkig. De wind heeft mijn hoofd leeg gewaaid, de zon heeft in mijn toch al warme hart het vuurtje nog wat meer opgestookt, de wolken hebben mij opnieuw bewust gemaakt van schaduw en licht en hoe het een niet zonder het andere kan bestaan. De natuur heeft zich weer aan mij vertoond in al haar rijkdom!
Thuis zoek ik de foto’s uit. Ik ben niet ontevreden!


 







woensdag 17 augustus 2011

Zwemles voor Daisy

Zondag 14 augustus

Geur van paddenstoel
in het hart van de zomer
Knipoog van de herfst.





Eindelijk weer eens een zondag vrij. Na twee weekends achter elkaar werken vind ik het vandaag tijd voor een mooie wandeling in de natuur met de hondjes. Gisteren wilde ik ook al naar buiten, maar toen kwam het weer eens in bakken naar beneden. Vandaag is het ook niet geweldig, maar er zijn toch regelmatig stukken blauw te zien en de zon vecht om haar bestaansrecht aan het hemels firmament. Ik stel voor om er op uit te trekken.
“Ajax speelt in de Arena en ik heb een gratis abonnement van een maand op Eredivisie Live, dus daar wil ik van profiteren, “ gooit André roet in de wandeling.
“Je weet toch wat er gebeurt als jij kijkt,”probeer ik nog, maar André wil het risico van verlies voor zijn cluppie toch graag nemen.

Inmiddels heeft de zon zijn gevecht met de wolken voor dit moment gewonnen. André kijkt naar buiten en naar de hondjes. “Oké, ik ga met je mee,”zegt hij.
Als we buiten lopen zie ik dat ik de camera, mijn trouwe metgezel, niet bij me heb.


Daisy heeft de lijn van logeerhond Timo in haar bek genomen en het is net alsof ze hem uitlaat. Timo laat zich gewillig meesleuren. Verdorie, nu kan ik daar geen foto van maken. Een eindje verderop duikt Daisy ineens het water in achter een paar eenden aan. Een primeur! En ik heb de camera niet bij me!
“Weet je wat,”zeg ik. “We maken nu een kort ommetje, jij gaat de wedstrijd kijken en na de wedstrijd gaan we langer en neem ik de camera mee. Misschien krijgen we Daisy nog een keer zover dat ze het water in springt.
André knikt met veel instemming toe.

De wedstrijd is om 16:30 afgelopen. De stemming bij André zit er goed in. Zijn cluppie heeft ondanks het feit dat ze meestal verliezen als hij besluit te kijken met 5-1 gewonnen! Dochter Caitlín belt. “Wacht op mij,”roep ze door de telefoon. “Ik wil mee en Daisy ook zien zwemmen. Ik ben er zo!”
Zo komt het dat we pas rond 17:15 eindelijk de deur achter ons dicht trekken.


Het is echt heerlijk buiten. De zon heeft al zijn krachten verzameld om ons toch nog even een zonnebad te geven, voordat de maan het straks van haar gaat overnemen. De geur van paddenstoelen stijgt op uit de bosjes waarlangs we lopen. Op het veldje tussen de huizenblokken, vlak voor de ingang van het park staan een paar prachtige grote exemplaren. Deze keer rent Daisy ze niet omver. Ik ga op mijn buik liggen om vanuit een interessant perspectief de paddenstoel te kunnen fotograferen.


Deze paddenstoelen staan meestal alleen in de herfst op deze plek. Regelmatig worden ze door fanatieke grasmaaiers van de gemeente met de grond gelijk gemaakt, maar iedere keer verrijzen ze weer uit hun eigen brokstukken. De sporen zitten diep in de aarde en maken dat de paddenstoel altijd weer op diezelfde plek naar de oppervlakte komt. Het grappige is dat de paddenstoel begint als een bescheiden bolletje, maar na een paar dagen rolt zich een enorme hoed uit. Iedere herfst is deze paddenstoel of eigenlijk het hele groepje waartoe hij behoort een geliefd onderwerp voor foto’s.

Niet lang daarna lopen we een klein paadje op waar een heel pad van paddenstoelen zich voor onze voeten uitstrekt. Ook deze paddenstoelen zijn erg vroeg dit jaar.



We steken de straat over en gaan weer op weg naar de avonturenspeelplaats een eind verder op. Dochter Caitlín is er nog nooit geweest en het is een leuke plek om met de honden te spelen.
Links naast het water waar we lopen zie ik de hele familie zwaan vredig in het water dobberen. Eerder die middag lagen ze nog op het gras, een prachtig gezicht en een idylle die zelf Daisy niet durfde te verstoren, nadat vader zwaan even van zich had laten horen.














We komen een grappig wit hondje tegen van het merk Westhighland Terriër. Het beestje stapt regelrecht op onze Daisy af, die al haar haren overeind zet en gromgeluiden maakt.


Haar nieuwsgierigheid wint het echter van haar angst en even later laat zij zich besnuffelen. Ook Timo vindt het een gezellige ontmoeting. Alleen het baasje van de Westie vindt het iets minder. Kordaat stapt ze op ons en het drietal af en roept: De enige teef in jouw leven ben ik! Daarna voert ze de teleurgestelde terriër af. Het maakt niet uit….ik heb hele leuk foto’s van het stel kunnen maken.


Het is heerlijk rustig bij de waterpartij. Alleen een klein Japans jongetje staat met zijn vader bij het water. Daisy springt er blaffend en met haar haren overeind op af. Het jongetje rent gillend weg en ik ren gillend achter Daisy aan. Ik geef een flinke ruk aan haar nekvel. Dat doen de moederhonden ook om hun pups te corrigeren en ik hoop dat het mij daarmee ook lukt. Dat moeten we niet hebben, dat ze kleine kinderen met haar geblaf de stuipen op het lijf jaagt!















Inmiddels huppelt André al over de stepstones naar het eilandje in het midden. Daisy heeft het meteen door. Ze springt van steen tot steen achter hem aan, af en toe in het water glijdend. Ze vindt het prachtig. Best knap voor een hondje. Timo durft het haar niet na te doen en staat jammerend aan de kant. Hij steekt een teen in het water, maar weigert om verder te gaan, dus neemt Caitlín hem onder haar arm om hem ook naar het midden te brengen.



Het eilandje bestaat uit zand en beide honden beginnen als idioten te graven en door het zand te rennen. Daisy is helemaal door het dolle. Wij gaan op de stenen zitten en kijken toe.





De zon schijnt op de hondjes en op mijn dochter, die in een gebogen houding op een steen zit. Ze is net een vrouwelijke versie van de Denker van Rodin.


Daisy heeft inmiddels de eenden ontdekt. Ze probeert er achter aan te gaan. Ze rent als een volleerd evenwichtkunstenaar over de stenen. Af en toe springt ze in het water, maar echt zwemmen durft ze niet. De eenden hebben dat al gauw door, dus laten ze haar snaterend achter.



Wij verlaten via de stepstones aan de andere kant het eilandje en laten Timo achter. Even kijken wat hij gaat doen. Timo doet een poging om te springen en beland op de eerste steen, die plat is. De andere stenen zijn dat niet, dus durft hij niet verder. Hij kijkt ons niet begrijpend aan. Caitlín gaat terug om hem te halen. Op het allerlaatste stukje zet ze hem neer. Hier zijn de stenen ook plat. En ja hoor…Timo springt op de kant. Goed zo Timo!


Het loopt al tegen 18:30. Het is nog steeds prachtig weer, maar we moeten eens naar huis. Wij hebben honger en de hondjes zijn aardig moe aan het worden. Als we vlak bij huis zijn ziet Daisy een groep eenden die vlak langs de kant zwemmen. Voor we er erg in hebben springt ze in het water en ja hoor….ze begint te zwemmen in de richting van het groepje snaterbekken.



Echt ver durft ze nog niet te gaan, maar ze zwemt! We zijn heel trots op ons dappere hondje dat iedere dag iets meer durft en in haar eigen tempo de wereld om haar heen ontdekt!