donderdag 4 augustus 2011

Sizzle wordt Daisy.

Naar Usquert.

Sizzle en haar zusje Frizzle














Het is tijd om naar bed te gaan. Morgen moeten we vroeg op, want we gaan Sizzle halen. André stelt de Tom Tom in op Usquert. De mensen van de boerderij hebben gezegd dat we het adres van de buren moeten invullen, omdat hun eigen adres niet door de Tom Tom gevonden wordt. Als we er bijna zijn moeten we maar even bellen. De boerderij moet wel echt in de middle of nowhere liggen.
“Het is wel ruim 2 ½ uur rijden,” mokt André.
“Het is voor het goede doel,” antwoord ik.

Ik kan niet goed slapen. Als een kind zo opgewonden ben ik over de komst van Sizzle. De hele avond zijn we bezig geweest om een passende naam voor haar te vinden. Sizzle vinden we niet zo leuk. Caitlín vindt Daisy een leuke naam, maar ik weet het nog niet. We hebben ooit al eens een kat gehad die zo heette. We zijn er nog niet uit en zullen morgen in de auto wel doorgaan met het verzinnen van namen.

Na een onrustige nacht staan we eigenlijk te laat op. Zaterdag is ook de vrije dag van André en eigenlijk willen we ons niet enorm gaan haasten. De mensen waar Sizzle zit, verwachten ons pas in de middag. We keuvelen wat met kopjes koffie en krantjes in bed.
Om half 12 staan André en ik klaar om te vertrekken. Alleen is Caitlín nu nog niet zo ver. Haar ogen moeten nog opgemaakt worden en ook aan haar harenmoet nog het een en ander gebeuren.
Nog maar een kopje koffie dan maar.

Het is al na twaalven als we eindelijk de auto instappen. Het hoost van de regen. De lucht is grauw en somber en de wind slaat de regendruppels tegen de autoruit. Wat een walgelijk weer! Maar in de auto is het warm en knus met op de achtergrond een gezellig muziekje.
We besluiten om Sizzle toch maar Daisy te noemen. Caitlín vindt dat de leukste naam en wij weten geen betere.

Na ruim twee uur rijden komen we in de buurt van Groningen. Usquert ligt boven Groningen, nog wat meer in de richting van de kust. De regen is eerder toe dan afgenomen. We rijden algauw door een eindeloos landschap van weilanden. Als het mooi weer is moet het hier heerlijk zijn, nu oogt het allemaal erg eenzaam en verlaten.
“Hier zou ik echt nooit willen wonen, “zegt Caitlín. Ik zie toch ook wel voordelen.

We komen op een kruising met een bord waar Usquert op staat. De Tom Tom zegt dat we naar links moeten, waar we nog meer weilanden zien. Tijd om even te bellen.
Aart neemt weer op. “Hé wat vervelend. Mijn vrouw is net boodschappen gaan doen,”zegt hij met zijn grappige wat droge stem. “Ik ga haar meteen bellen. Ze moet maar terugkomen.”
Gelukkig kan hij ons wel vertellen waar we nu staan en hoe we verder moeten rijden.

Ondanks de uitleg van Aart, jullie moeten over een houten bruggetje rijden waar nieuwe stenen achter liggen, komen we bij de buren uit. Nee, van Aart en zijn vrouw hebben ze nog nooit gehoord, maar dat bruggetje zegt ze wel iets. We zijn te ver gereden.
André draait de auto. Niet lang daarna zien we het bruggetje en rijden we over een landweg met kuilen, ondanks de nieuwe stenen aan het begin van de weg, dieper de weilanden in. Uiteindelijk stuiten we op een boerderij.

Er komt ons een man tegemoet gelopen. “Mijn vrouw is er nog niet,” verontschuldigd hij zich. “Zij gaat over de hondjes. Het is echt haar ding. Ja, ik vind het ook heel erg leuk, hoor. Anders zou het niet kunnen.”Hij gaat ons voor naar een grote schuur waar we droog kunnen staan tot dat zijn vrouw terugkomt. Ondertussen vertelt Aart enthousiast over de vele honden die ze opvangen en waarvan wij het geblaf uit alle hoeken van de schuur horen komen. Ondanks dat het hier droog is heb ik het koud. Ik heb geen jas meegenomen, maar de wind is herfstachtig guur en onaangenaam. Ik loop terug naar de auto en pak het dekentje dat we voor Sizzle(Daisy) hebben meegenomen. Ik wikkel mij erin.

Terwijl we staan te wachten vliegen er zwaluwen in en uit de schuur. “Die hebben daar een nest. Daarom laat ik de deuren van de schuur ook dag en nacht open staan,”vertelt Aart. Hij laat ons nu ook al vast wat honden zien.
“Dit zijn onze eigen honden,”zegt hij wijzend op twee grote woest blaffende gevaartes, die in een groot hok met daarin een eigen bankstel een lekkere warme plek in de schuur hebben. Alle honden zijn bij hun gekomen uit de behoefte het dier dat geen eigenaar meer had te helpen. Het zijn er inmiddels een heleboel.



We horen een auto het erf op rijden. Een vriendelijk ogende vrouw komt enthousiast op ons toe gelopen. Ze stelt zich voor als Wil en is verbaasd dat we in de schuur staan en niet door haar man alvast naar binnen zijn gelaten. “ Hebben jullie de hondjes dan nog niet gezien,”vraagt ze met een blik op Aart. “Nee, we zijn nog niet binnen geweest,”zegt deze.
Wil gaat ons voor en brengt ons naar een deel van de huiskamer dat van het zitgedeelte is afgescheiden door een hek. Achter het ene deel zitten zes honden, de eigen honden. Achter het andere gedeelte staan drie benches met daarin Frizzle en Sizzle, een jonge wat grotere hond, en een kleinere hond, die weer de moeder is van de grote. Frizzle en Sizzle zitten heel rustig dicht tegen elkaar aan in de bench.

Moeder en dochter

Wil doet de bench open. Frizzle komt er al meteen uit en laat zich aanhalen en op de arm nemen. Sizzle blijft een beetje tegen de achterwand van de bench zitten. Ze durft er niet goed uit, maar als ik half naast haar in de bench kruip vindt ze het wel gezellig.










De andere honden blaffen, maar naarmate we er langer zijn worden ze rustiger en staan ze voor het hekwerk te dringen om door ons aangehaald te worden.



Wil komt terug met een blad met thee. Aart is in hun woongedeelte gaan zitten omringd door de honden. Ondanks dat er zoveel honden in huis zijn, ruikt het er niet vies en is het netjes. Aan een grote ronde tafel in het gedeelte met de benches drinken we thee met iets erbij. We hebben best honger gekregen na zo’n lange rit.
Frizzle scharrelt om ons heen en Sizzle komt ook een beetje los. Het is duidelijk te zien dat de hondjes altijd samen zijn geweest. Caitlín en  ik vinden Frizzle ook enorm leuk. Ze heeft maar een kleur, heel licht bruin, en ze is iets magerder dan Sizzle. Wat is het ineens moeilijk om een keuze te maken. Ze zijn allebei zo leuk. Jammer dat we geen twee honden kunnen nemen.

Frizzle

Inmiddels heeft Wil een heel klein hondje met een gezichtje “that only a mother can love” op schoot genomen. Ze vertelt dat dit haar lieveling is. Het diertje is al heel oud en vraagt veel aandacht. Wil straalt een enorme liefde voor dieren uit en Aart, die in het andere gedeelte van de kamer zit minstens zoveel. Wil blijkt trouwens uit Amsterdam te komen en Aart uit Rotterdam. Dat laatste verbaast ons een beetje, omdat zijn beetje droge manier van praten een licht boers accent leek te verraden. Niet waar dus. Ze vertellen honderd uit over de dieren die ze opgevangen hebben en nog steeds opvangen. Er zijn er ook bij die ze jaren geleden hebben opgevangen en die er nu dus nog zijn. Ze willen nu een beetje stoppen met de opvang van hele oude honden. Die komen vaak niet meer weg en dan blijven ze bij dus hun. Pups zijn daarentegen makkelijk te plaatsen. Dat willen ze wel blijven doen. Maar die oude honden…die blijven allemaal hangen en dat gaat gewoon niet meer.



Wij nemen de definitieve beslissing om Sizzle mee te nemen ook al is zij de meest schuwe van de twee. Ik kijk opzij en zie dat beide hondjes nu samen op een stoel zitten. Oh, wat is dit moeilijk. Kunnen we ze wel uit elkaar halen. Wil stelt ons gerust. Frizzle mag vanavond in de huiskamer bij hun eigen honden, zodat ze niet alleen hoeft te zijn. Ze zal zeker zelf ook gauw geplaatst worden, want het is een fijne hond.












Het is tijd om de formaliteiten te regelen. We krijgen een paspoort voor Sizzle met daarin een schattige puppiefoto. We vullen een adoptieformulier in en we krijgen een papier waarop staat dat we haar over een tijdje moeten laten steriliseren. Nu is ze daar nog te jong voor, maar straks moeten we dat wel doen. De stichting schrijft dat voor, zodat er niet nog meer puppies komen.
Dan is het moment van afscheid gekomen. We beloven om volgende week te bellen en verslag uit te brengen over hoe de eerste week met Sizzle is verlopen.
“Oh, dat vinden we heel erg fijn,“ zegt Wil.
We knuffelen Frizzle en gaan naar buiten met Sizzle. We tillen haar in de auto, waar ze meteen rustig op haar kleedje gaat liggen. Caitlín gaat naast haar zitten.
Aart en Wil zwaaien ons uit. We rijden over de hobbelige landweg door de weilanden terug naar de gewone weg . Als ik achter me kijk zie ik de boerderij kleiner worden. De regen valt nog gestaag neer op onze auto. Op de achterbank zit Sizzle, die vanaf nu Daisy zal gaan heten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten