woensdag 31 augustus 2011

De paddenstoel en de cyclus van leven en dood.



31 augustus 2001













Er is een paddenstoelengroepje op het veldje tussen de flats aan de overkant van ons huis dat ik al een tijdje volg. Het mooie van deze paddenstoelengroep is dat wat er ook gebeurd ze steeds weer opnieuw opkomen. Ze staan in de schaduw van een grote mooie boom, die in de herfst prachtige rode bladeren krijgt. Een fantastische plek voor een groep paddenstoelen ware het niet dat de gemeente Buitenveldert met grote regelmaat langskomt om de hele boel in een klap om te maaien. Weg prachtige paddenstoelen.  













Maar deze paddenstoelen zijn niet weg te maaien. Hun sporen zitten diep verankerd in de aarde en daar is geen maaimachine tegen opgewassen. Na een week of wat steken er altijd weer een paar hun kopjes boven het gras uit en begint het groepje zich weer langzaam aan te ontwikkelen tot paddenstoelen waar je echt wel met enig respect naar kijkt.


Het begint altijd met een paar aardappelvormige bolletjes. Na een aantal dagen begint het bolletje langzaam maar zeker een hoed te vormen, die zich in de loop van de dagen verder zal gaan uitrollen tot een hoed van formaat. Daarna staan de paddenstoelen een paar dagen lang in al hun glorie met hun hoeden te pronken, totdat de grasmaaier van de gemeente langskomt en er een eind aan maakt of totdat ze uit zichzelf langzaam wegrotten. Dat laatste stadium is een treurig gezicht.
















Het is net alsof er een kabouter met een vlammenwerper is langs geweest en de boel  tot een verkoolde massa heeft getransformeerd. Maar niet getreurd…na een week of twee steken de eersten hun kopje al weer boven het gras uit en begint de cyclus weer opnieuw.


Wat kunnen we nu leren van deze dappere paddenstoelen? In letterlijke zin leren ze ons over de cyclus van leven en dood. De jonge paddenstoel steekt aarzelend zijn kopje boven de grond, zoals de pasgeboren baby de blik van zijn moeder zoekt( of de tepel). De paddenstoel in de groei rolt langzaam zijn hoedje uit en neemt zijn plek in de wereld in, zoals ook kinderen opgroeien en hun plek innemen. De oudere paddenstoel staat trots en krachtig op zijn veldje, zoals de volwassen mens, als de ontwikkeling tenminste goed is verlopen, ook krachtig en trots door het leven stapt. Daarna begint onherroepelijk de aftakeling. De paddenstoel begint langzaam te verrotten, terwijl de oudere mens steeds meer lichamelijke gebreken begint te vertonen tot er een moment komt dat er niets meer op te lappen valt en de dood bezit van ons neemt. Voor veel mensen houdt het hierbij allemaal op. Dood is dood en daar komt niets meer na.



Toch laat de natuur ons iets heel anders zien. Op de plek van de verrotte paddenstoelen, herreizen weer nieuwe. De cyclus herhaalt zich. Als reïncarnatietherapeut word ik daar heel erg blij van. De paddenstoel laat me zien dat de dood niet het einde is, maar slechts een nieuw begin. Overal in de natuur zie je dat terug en dat is misschien ook waarom ik me zo verbonden voel met de natuur. Wij mensen zijn ook natuur. We zijn niet afgescheiden, maar een deel van een groot prachtig geheel. Ach, zagen meer mensen dat maar zo. Dan zouden we elkaar en de wereld om ons heen vast met veel meer respect benaderen.

1 opmerking:

  1. En zo is het en niet anders. Wat heb je het weer prachtig en met passie omschreven. Dank je wel Lieverd!

    BeantwoordenVerwijderen