vrijdag 27 mei 2011

Natuur op de Camino.

Natuur onderweg.



We zijn nu precies 4 weken en 2 dagen aan het lopen. Op 6 mei vertrokken we uit St. Jean Pied de Port, nu zijn we over 4 dagen in Santiago de Compostela. We zijn bij Vilafranca del Bierzo de bergen over gegaan. Zware tochten waren dat. We hebben geslapen in het kleine bergplaatsje La Faba, nog 5 kilometer van O Cebreiro, het begin van Galicia. Galicia is prachtig. Het regent er veel en daarom is het er groen met de meest fantastische dikke sprookjesbomen, maar het stuk wat we achter ons hebben liggen was ook fantastisch en kenmerkte zich door heel bijzondere natuur.
We hebben heel wat kilometers afgelegd met langs de weg de mooiste veldboeketten. Klaprozen, korenbloemen, koolzaad en nog veel meer.



Het liefst had ik er een groot boeket van gemaakt en meegenomen voor thuis op tafel, maar ja...je bent onderweg en thuis is op dit moment een albergue die je deelt met nog 60 andere pelgrims.
Ieder dag opnieuw worden we hier getracteerd op de prachtigste vogelconcerten. Er zijn vogels die je direct ziet zitten. Ze zitten op het hoogste punt van een struik. Het geluid dat ze voortbrengen is niet heel mooi. Het klinkt als gekraak en ik ben de vogel kraakmans gaan noemen. Ik weet nog steeds niet welke vogel het is, wel dat hij niet schuw is en vaak van heel dichtbij te bewonderen is. Er zijn ook vogels die juist prachtig zingen, maar die je niet ziet, hoe je ook je best doet. Vaak blijf ik even staan, mijn pijnlijke voeten vinden dat heel prettig, en dan probeer ik de zanger te spotten. Meestal zonder succes.

kraakmans

Een andere favoriet vogeltje van ons is kuifmans. Kuifmans komt voor op wegen die lang en saai zijn. Hij scharrelt op het asfalt naar....ja naar wat. Insecten misschien? Vaak wordt hij bijna overreden door een auto, maar hij is toch altijd op tijd weer weg. Wij zijn geen vogelaars en hebben dus geen idee wat kraakmans en kuifmans voor vogels zijn.



Maar behalve kraak en kuif zijn er nog zoveel andere prachtige vogels te bewonderen. Toen we op een gegeven moment langs een veld liepen zagen we ineens iets wat in eerste instantie leek op een ooievaar, vanwege de enorme spanwijdte, maar al gauw zagen we dat het niet de specifieke vlucht van de ooievaar had met de lange snavel naar voren en de lange poten naar achter uitgestrekt. Na onderzoek op internet ontdekten we dat het een monniksgier moest zijn, een gierensoort die naast de vale gier hier voorkomt. Nog nooit eerder heb ik zoiets groots door het luchtruim zien gaan.



Ooievaars zie je hier op iedere toren. In ieder nest zie je ook de lange wat onandige nekjes van de jongen uitsteken. Gisteren zagen we zelfs een hele kudde door een veld scharrelen op zoek naar kikkers, muizen, sprinkhanen en andere insecten. Vanuit de verte leek het echt een kudde schapen, maar toen we dichterbij kwamen zagen we dat het dus ooievaars waren.


In het bergplaatsje Foncebadón, wat zo'n 25 kilometer na Astorga ligt, heb ik een geweldige middag gehad. In een weitje stonden een aantal paarden. Het waren geen half wilde paarden zoals we in de pyreneeën gezien hadden, maar wel paarden die een zekere vrijheid genoten. Er was een hengst, die het voorzien had op een van de merries. Zij vond hem ook leuk, maar iedere keer als hij toenadering zocht en haar besprong trapte ze hem weg.



De hengst raakte hier hevig gefrustreerd door en steigerde en trapte om zich heen. Als hij dan weer tot rust was gekomen en aan het grazen was kwam de merrie naar hem toe en begon hem zachtjes in de hals te bijten waarop de hengst opnieuw opgewonden raakte. Op een goed moment renden ze achter elkaar aan door het weiland, daarbij grote commotie veroorzakend onder de koeien.
Dit spel ging zo'n drie kwartier achter elkaar door, fascinerend om te zien. Of het voor de hengst daarna nog tot een bevredigend einde is gekomen heb ik niet meer afgewacht.

Natuurlijk zijn er ook veel insecten onderweg. Een dier wat je hier veel ziet vliegen is een dik zwart insect met paarse vleugels. Ze zijn de enige insecten die ik wel eens op de bremstruiken zie zitten.



Vlinders lijken de brem te mijden. Misschien houden ze niet van die heerlijke zoete geur waar wij af en toe door bedwelmd worden, of misschien zit er niet genoeg honing in.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten