woensdag 11 mei 2011

De Pyreneeën over.

Fijne sneeuw dwarrelt
op weg naar Roncevalles.
De laatste bloesem.


6 mei, de tocht over de Pyreneeën van St. Jean Pied de Port naar Roncesvalles.

De wekker gaat om 6:00. Nu gaat het echt beginnen. Ondanks dat ik weer geen beste nacht heb gehad, met allerlei vrachtwagens die onder het raam hun motors lieten draaien sta ik vlot op. André heeft een prima nacht gehad en is er echt klaar voor. We rollen de slaapzakken op en pakken de rugzakken in en gaan op weg.
Het is een mooie ochtend. Het is fris, maar niet koud. Ik kan eigenlijk al meteen mijn trui uit trekken. Wel hangen er wat donker wolken met stukken roze er doorheen, waarvan je niet zeker weet wat ze gaan doen. Bij een bakkertje dat al open is halen we een paar broodjes voor straks. In de Pyreneeën zullen we maar een plek tegen komen waar we iets kunnen eten en drinken en dat is aan het begin.


 



We verlaten St. Jean Pied de Port door de beroemde pelgrimspoort met een groot beeld van de heilige Jacobus in de gevel. Het is altijd een bijzonder gevoel om door die poort te lopen, want dan is de pelgrimstocht echt begonnen. Het eerste stuk gaat over de weg. Er komt al direct een flinke stijging en binnen een paar minuten zijn we doorweekt van het zweet en hijgen we als karrenpaarden. De rugzakken zijn te zwaar. De moderne pelgrim wil beschikking hebben over allerlei zaken als iPhones en een laptop en daar moet je voor boeten onderweg. Gelukkig gaat het daarna een tijdje geleidelijk aan naar boven.

De zon probeert door het wolkendek te breken. Een grote kolom zonlicht boort zich door een donkere wolk en het beeld doet denken aan een schilderij van het laatste oordeel. Ik ben niet erg religieus, toch komen dit soort gedachten bij mij op als ik zoiets zie. Het is heel indrukwekkend.



De weg begint nu heel erg te stijgen. Andre en ik krijgen allebei meteen last van verzuring in de kuiten en de bilspier. Het is een verschrikkelijke pijn. We gaan tien meter omhoog en dan moeten we zo’n 30 seconden wachten voor we weer verder kunnen. De ene na de andere pelgrim loopt ons voorbij en ze lijken allemaal over de weg te vliegen. Ondertussen wordt het landschap steeds indrukwekkender. Aan weerzijden van ons rijzen steile berghellingen op. In de bergweiden klingelen de belletjes van de halfwilde paarden. Ze worden wel verzorgd, maar hebben verder alle vrijheid.

Bij de enige refugio/herberg die er is op de lange weg naar Roncesvalles drinken we een kop koffie. Daarna zal er niets meer zijn tot we op de plek van bestemming zijn aangekomen.



De tocht wordt steeds zwaarder. Het is eigenlijk alleen nog maar stijgen met af en toe een stukje vlakke weg. Bij het beeld van de Madonna met kind dat midden in de bergen op een rotspunt staat houden we weer even stil. Het is helemaal helder en je kan mijlenver zien. Vaak is de Madonna in nevelen gehuld, maar vandaag niet. Er staat een enorme wind. Mijn haar waait in een heel bijzonder punkkapsel. Het is wel vermoeiend. De wind is heel af en toe een vriend die je een zetje in de rug geeft, maar het grootse gedeelte van de tijd waait hij je bijna van de weg af. We komen langs een kadaver van een jong paard. Het ziet er akelig uit en het ruikt ook vies. Kort daarvoor hebben we nog naar kleine veulens staan kijken, die naast hun moeders in de wei dartelden. Dan is dit aangevreten kadaver een heel treurig beeld.



We worstelen verder tegen de harde wind in. Er is een rotspad naar boven van een paar 100 meter. We zijn totaal gesloopt als we boven aankomen. Er zijn momenten dat ik me af vraag waarom we dit als huwelijksreis gekozen hebben. We lopen te hijgen en te puffen, zweet druipt van ons af en aan het eind van de dag zijn we waarschijnlijk te moe om nog ergens van te genieten.

Dan ineens sta ik te midden van een kudde paarden. Merries met veulens draven om me heen. Een man met een aanhanger laadt een hengst uit, die hinnikend de merries opdrijft. Het is een geweldig gezicht. Mijn zware gedachten van net zijn verdwenen. Dit zijn de Caminomomenten. Hiervoor zijn we op weg gegaan. Ik pak de filmcamera en het lukt me om deze half wilde paarden te filmen. Geweldig.



Maar dan moeten we weer verder. Het is inmiddels wat bewolkt geraakt en de wind maakt het fris. We lopen door een bos met grillig gevormde bomen. We passeren de steen die ons vertelt dat we nu Navarra inlopen en dat we in Spanje zijn. Er volgt nog een lange zware afdaling, die misschien nog wel zwaarder is dan het stijgen. Het is wel een prachtig pad. De zon probeert weer door te breken en maakte speelse lichtvlekken die voor onze voeten dansen. We zijn wel heel moe en we zijn het ook een beetje zat. We berekenen dat we er nu over drie kwartier kunnen zijn.

Iedere bocht in de weg verwachten we de torens van het klooster van Roncesvalles te zien,  maar steeds is er weer die teleurstelling. Dan ineens zijn ze er. Nu nog een klein stukje langs de muren van het klooster en dan kunnen we de grote laan in lopen die ons bij het pelgrimskantoor brengt. We  zijn helemaal op. We moeten in een rij wachten tot we ingeschreven kunnen worden en de stempel kunnen ontvangen. Het prachtig verbouwde klooster is al vol en wij worden naar de oude refugio gestuurd waarin ik de drie andere  Camino’s die ik gelopen heb  geen oog dicht heb gedaan in een zaal met 100 andere pelgrims waarvan er zeker 10 snurken. We worden hartelijk ontvangen door een Nederlandse hospitalero, zoals de beheerders van de herbergen genoemd worden.  Na een douche strompelen we in de richting van het terras voor een biertje. Het vakantiegevoel komt terug. Later eten we met een heleboel pelgrims aan een grote tafel. We zitten naast een Nederlandse vrouw, die met haar dochter loopt. We drinken wijn en eten pasta en hebben het gezellig. Na de pasta is er vis, die we niet meer opkunnen. Dat is typisch Spaans. Eerst pasta als voorgerecht en dan later vlees of vis. In de bar drinken we nog een kop koffie en dan duiken we ons bed in. We vallen in slaap met Avé Maria wat gedraaid wordt vlak voor dat de lichten uit worden gedraaid. Even later begint er een concert van snurkgeluiden.





































































Geen opmerkingen:

Een reactie posten