donderdag 19 mei 2011



13 mei, de tocht van Logroño naar Ventosa

Als de wekker gaat hebben we al snel in de gaten dat het Franse stel die met ons in het pension hebben geslapen er al vandoor zijn. Die moeten om 5 uur zijn opgestaan, waarschijnlijk uit angst te laat te zijn voor de herberg in Ventosa, waar ook wij heen willen gaan.
Ik ben moe en niet in mijn hum. Ik baal van het geren voor de herbergen en het feit dat er besproken kan worden en anderen die dat niet willen doen dan geen plek meer hebben.

Rond een uur of 6:30 staan we buiten in het stille Logroño. We gaan op zoek naar een plek waar je koffie kan drinken, maar alles is dicht. We worden via een andere route naar het recreatiegebied geleid. Het duurt een hele tijd voor ik weer iets herken. Dat ergert me ook. Er zijn zoveel dingen aan het veranderen of al verander op de Camino. Het is mijn Camino niet meer.

 Als we in het recreatiegebied zijn voel ik me iets beter. Het voelt vertrouwd om weer langs de bankjes te lopen en de joggers uit de stad voorbij te zien komen. Het is er mooi. De stad ligt achter ons en we horen weer vogels en zien weer bloemen. Mijn voeten voelen niet echt geweldig na die lange tocht van gisteren. Het was gewoon te veel.
We komen bij het gedeelte waar we de vorige keer de kinderen hebben gezien. Er zijn daar speelvelden en picknicktafels. Ineens zien we een eekhoorntje uit het bos schieten. Er volgen er nog een paar. Ze lopen over de picknicktafels. Ik voel me we weer blij worden. Ik pak de camera en probeer foto’s te maken van de razendsnelle diertjes. We staan zeker vijf minuten te kijken naar wat ze allemaal doen. Ze springen op en af de tafels en blijven af en toe parmantig zitten en kijken. De afstand tussen ons is best groot, dus ze voelen ons niet bedreigd door ons. Toch lijken ze ons wel te zien en zijn ze alert.

Na een tijdje lopen we weer verder, de spelende eekhoorntjes achter ons latend.
We lopen nu langs het water. Er zijn mannen aan het vissen. Het gebied is echt heel mooi. Hier en daar zijn hele mooie dikke oude bomen. Het is niet iets wat gisteren is aangelegd, maar een gebied waarvan de natuur zich heeft kunnen ontwikkelen tot iets dat je het gevoel geeft dat je echt ver buiten de stad bent. Ik ontspan weer een beetje.



Als we het gebied verlaten komen we al vrij snel op een pad dat langs de snelweg loopt. Ik herken het onmiddellijk. Het is het pad waar straks allemaal zelfgemaakte kruisjes in het hek steken en als je dan nog iets doorloopt zul je op de berg de grote stier van de Osborne sherry zien staan. Dit zijn voor mij en voor André ijkpunten op de Camino. Oh ja….nu zijn we hier!


Niet lang daarna staan we voor het hek. Ik maak een kruisje en gebruik een lint met een Spaanse of Portugese tekst over iets wat te maken heeft met God en wat ik langs de Camino gevonden heb om de twee houtjes van het kruis met elkaar te verbinden . Ik steek het in het hek en we maken er een foto van zodat Roibín het misschien kan herkennen als hij straks in juni weer gaat lopen.



We lopen een paar kilometers naast het hek en overal zitten de kruisjes en andere kleine kunstwerkjes in het hek. Ineens verschijnt de grote torro op de heuvel. Het is na drie Camino’s nog steeds leuk om ineens iets te zien wat je je herinnert. Even later zien we voor ons Navarrete liggen. Op onze vorige Camino hebben André en ik in Navarrete geslapen. Het is een leuk dorp. Ik heb er prettige herinneringen aan.

Het is nog een flinke klim tot aan het dorp. Mijn voeten doen pijn en ik heb ontzettende zin in koffie en een broodje, want we lopen al een paar uur zonder iets te hebben gegeten of gedronken.
Er is een hoop veranderd in Navarrete. Er zijn heel veel huizen bijgebouwd en de straten liggen open. Als we bij bar Los Arcos aankomen, waar ik tot nu toe elke Camino koffie heb gedronken, zie ik dat het nu voor de bar echt helemaal is volgebouwd. Op mijn eerste Camino met Joke was er alleen nog maar een grasveld voor de deur van de bar.

Op het terras van de bar is het vol met Pelgrims. We zien de Limburgse dames ook weer en ook nog wat andere gezichten waarvan we dachten dat we ze niet meer zouden zien. We drinken koffie met een croissant en ik voel de spirit weer terugkeren.
De 2 Limburgse dames willen net als wij naar Ventosa. Omdat het nog vroeg is hebben we goede hoop dat er gewoon nog plaats zal zijn.

Na drie kwartier rust vertrekken we weer. Het is nog een kilometer of 7 naar Ventosa. Op ons dooie gemakje kuieren we er naar toe. We laten ons niet opjagen door alle rennende pelgrims. Ook hopen we gewoon dat een heleboel doorlopen naar Najera, de volgende stad. Nou ja, stadje.

Als we bij Ventosa aankomen worden we met gejuich ingehaald door de Limburgse dames. Zij zijn iets voor ons aangekomen en zitten al in een lange rij te wachten voor de herberg. Wij zetten onze rugzakken in de rij en gaan op de grond zitten en wachten tot de herberg open gaat. Er zijn veertig plaatsen, dus we zouden geen problemen hoeven te hebben.




André gaat op zoek naar een bar om een paar biertjes te kopen. Hij komt terug met een boccadillo en een heerlijk koud blikje bier. Voor de dames heeft hij een aquarius meegenomen. Zo zitten we een tijdje te wachten tot de Albergue over gaat.
Ineens verschijnt er een dame op de drempel van de Albergue. Ze zegt dat er vier mensen tegelijk naar binnen mogen. We schuifelen in de rij vooruit. Ineens verschijnt de vrouw in de deuropening en vraagt wie van ons heeft gereserveerd. Een paar mensen gaan ons voorbij en gaan met de vrouw naar binnen. Als de vrouw weer verschijnt zegt ze dat er nog maar een paar plaatsen zijn. André komt in opstand. Hij zegt dat het niet goed voor de Camino is dat mensen reserveren. De vrouw is geïrriteerd en zegt dat het niet goed voor de Camino is als mensen om 3 uur gaan vertrekken om een plek te krijgen.  Voor ons staat een Duitser. We raken in gesprek. Hij loopt de Camino net als ik voor de vierde keer. Hij heeft net als wij het gevoel dat het systeem van vooruit reserveren de Camino kapot maakt. We halen herinneringen op over hoe het vroeger was en hoe belangrijk het is dat niet alles verloren gaat. Ik krijg heel sterk het gevoel dat ik thuis in Holland me hard moet maken voor een Pelgrimscode. Die zou kunnen inhouden dat je niet voor 6 uur de herbergen mag verlaten en niet voor 12:00 zou mogen reserveren. Dat geeft de mensen de kans om zonder reservering een herberg te bereiken.
Uiteindelijk krijgen André, de Duitser en ik en Greg de laatste bedden. Wie er nog voor de deur staat mag op de grond slapen, maar hoeft in elk geval niet door te lopen.

Als we geïnstalleerd zijn gaan we meteen weer het dorp in naar de enige bar die het dorp rijk is. We zitten op het terras met een hele groep Spaanse toeristen, die ook stukjes Camino lopen. Er is zelf iemand met een rolator. We raken in gesprek met de leider van de groep. Het is een hele aardige man en hij vertelt ons dat ze nu zo meteen met de bus gaan om een paar mooie kerken te bezoeken. Ze hebben ontzettend veel plezier met elkaar en dat maakt dat ik iets anders ga kijken naar de dagjesmensen zoals wij ze noemen, als we ze met hun kleine rugzakjes zien wandelen. De man met de rolator is een oud lid van de groep. Hij heeft wel gelopen, maar kan dat nu niet meer. Hij komt gewoon mee voor de gezelligheid. Zingend en roepend vertrekt de groep even later.


Er komen twee Mexicanen bij ons op het terras zitten. We beginnen te praten en zij vertellen ons van hun muziek, die we echt moeten gaan beluisteren. De ene spreekt heel goed Engels. Ze schrijven hun namen en de naam van de muziek die we moeten gaan beluisteren op in mijn dagboekje. Het is heel gezellig met ze te praten. Na een tijdje gaan ze verder.

In een hoekje van het terras zit een wat oudere Duitser. Ook met hem raken we in gesprek. Ook hij heeft grote problemen met hoe het gaat op de Camino. Later komen er nog twee mensen uit Zweden bij. We hebben goede gesprekken ver hoe we de Camino weer Camino kunnen maken.
Na twee flessen wijn, die we eigenlijk niet voelen gaan we terug naar de Alberque om te douchen

Er is een heel leuk restaurantje in het dorp heeft de Duitser waarmee we in de rij voor de Albergue hebben gesproken ons verteld. We gaan er naar toe. We moeten even wachten in een schattig tuintje onder een walnootboom tot het open gaat. We worden in een kleine eetzaal gebracht die direct aan de tuin zit. Het is en soort tuinkamer waar we zitten met veel glas.
Het eten is simpel, maar lekker. We krijgen weer en fles wijn erbij. Inmiddels hebben we bijna drie flessen wijn op. De wijn hier kost niets. De wijn die we op het terras hebben gedronken is een heerlijke Rioja. Hij kostte alleen €2,50. We zijn gisteren toen we Logroño inliepen ook de Riojastreek ingewandeld. Alle barretjes, zelfs de meest simpele schenken heerlijke wijn, voor bijna niets.

Na het eten open we nog even door het dorp. De zon gaat prachtig onder, maar hier en daar zien we wel een dreigende lucht die regen voorspelt. Het licht dat op de kerk valt is heel mooi. We zitten even te genieten in het tuintje rondom de kerk. Het is vredig en het Caminogevoel is weer helemaal terug. Achter de kerk staat een klein tentje. In de tent slaapt de Italiaan die samen met zijn hond en zijn vrouw de Camino loopt. Het hondje heet Punto. Zin vrouw slaapt in de Albergue, maar de hond mag daar niet in. Dan slaapt de man buiten in een tentje. Ik neem een foto van het stel, want ik vind dit echt weer zo’n Caminoverhaal. Vrouw in de Albergue en de man buiten naast de kerk in een tent met de hond. Prachtig!



We wandelen terug naar de Albergue en niet lang daarna is het tijd om naar bed te gaan en worden de lichten gedoofd.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten