De natuur is in de war. De meteorologische herfst is al in het land, maar tegelijkertijd is de zomer met een opruk begonnen. Vallende blaadjes te midden van bloeiende krokussen, honderden spinnen, terwijl de libellen nog over het water scheren. Bloemen die spontaan weer gaan bloeien, vlinders en bijtjes die nog altijd genoeg nectar weten te vinden en wespen en muggen die zich verdringen om blote armen en benen. Toch is het vooral dit merkwaardige huwelijk tussen herfst en zomer wat de meest bijzondere en prachtige beelden opleveren.
Ik ben altijd gefascineerd geweest door spinnen en hun webben. Toen de digitale camera zijn intrede nog niet had gedaan, heb ik heel wat rolletjes film verspild aan mislukte foto’s van spinnenwebben. Tevergeefs probeerde ik steeds weer opnieuw een foto te maken van een web waarin dauwpareltjes mini regenboogjes reflecteerden. Mijn eerste geslaagde foto van zo’n web, maakte ik op de Camino met mijn zoon Roibín. Later toen ook ik een digitale camera tot mijn beschikking kreeg volgden er nog veel meer. Eigenlijk kan ik er geen genoeg van krijgen.
Spin mooie webben, is wat we kunnen leren van de spin.
Ook van het geduld waarmee de spin wacht tot de vlieg in zijn web gevangen raakt, kunnen wij als mens wat leren. We zijn vaak ongeduldig en rusteloos, lopen van de ene bezigheid naar de andere zonder ooit iets af te maken. De spin daarentegen zit doodstil in het midden van zijn web en kijkt en overziet zijn wereld. En als dan eindelijk een onnozel vliegje in zijn web verstrikt is geraakt schiet de spin vanuit zijn plek van observatie te voorschijn en begint met weer precies zo’n zorgvuldigheid zijn prooi in te spinnen. Dat laatste moeten wij maar niet doen, want anderen verstrikt laten raken in ons web is iets dat wij mensen moeten zien te voorkomen.
Naast de vele spinnenwebben, die zo kenmerkend voor de herfst zijn hebben we ook al maanden paddenstoelen in overvloed. Het is helemaal niet ongewoon dat ook de zomer wel eens paddenstoelen laat zien, maar de hoeveelheid waar we nu mee te maken hebben is toch wel bijzonder. Voorheen zag ik de eerste vliegenzwammen pas in oktober, maar nu heb ik alle verschillende exemplaren op de gevoelige plaat vastgelegd. Prachtig, zijn ze.
Als klein meisje bij mijn oma ging ik altijd herfstwandelingen maken. Oma en ik hadden een grote tas bij ons en daar stopten we paddenstoelen in. Er was in die tijd niemand die zei dat ze je niet mocht plukken. Thuis kreeg ik van oma een schoenendoos en daar maakte ik dan een geheimzinnig herfstlandschapje in. Uren kon ik kijken naar paddenstoelen. Ik kreeg van oma een boekje, zodat ik ze ook na kon tekenen. Schetsboeken vol maakte ik met tekeningen van geheimzinnige bossen met overal paddenstoelen. Vooral de groene knolamaniet sprak tot mijn verbeelding, want naast het tekeningetje in mijn boek stond dat deze paddenstoel heel erg giftig was. Dat vond ik toch wel heel erg spannend.
Daisy die over het grasveld loopt letterlijk gebaad wordt in het licht. Prachtig ook zijn de al verkleurde en gevallen bladeren op het gras, die in de stralen van de zon in vuur en vlam komen te staan.
En wat denk je van de negen jonge zwanen, die in een lange rij vanuit de nevelen tevoorschijn komen om even later weer door de nevelen te worden opgeslokt. Prachtig om te zien. Later op de dag zie ik ze dobberen in het licht van de afnemende zon en dan schenken zij mij iets heel moois. Met de gebogen halzen naar elkaar toe vormen zij een perfect hart. Ik voel me ontroerd en blij. Daarom schenk ik nu alle lezers van dit blog het prachtige hart van mijn jonge zwanen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten